zondag 16 oktober 2011

Ook op de Buchmesse zorg voor illegaal downloaden van e-boeken: Artikel NRC

Gelezen inde NRC van zaterdag 15 oktober. De zorg voor het illegale downloaden heb ik al jaren. Blijkbaar begint het nu pas echt door te dringen en vraagt men de politiek hiertegen op te treden.
In het artikel wordt beweerd dat in Duitsland op grote schaal illegaal wordt gedownload en tevens wordt gemeld dat men niet weet of dit in Nederland ook gebeurt. Nou, ik weet wel zeker dat dit zo is. We gaan gewoon de muziekindustrie achterna.Als ik op mijn werk uitleg geef over de Ereader dan vertelt de klnat er doodleuk bij al duizenden titels op de computer te hebben gedownload.
Ben benieuwd of het Stichting Brein lukt dit te bestrijden.
Ik weet nog steeds niet hoever de bibliotheek is met de onderhandelingen over het lenen van e-boeken. Schiet ook niet op???

Het artikel:
Buchmesse-zorg: boeken illegaal downloaden
Amsterdam.
Door Roderick Nieuwenhuis | pagina 12 - 13
Meer dan de helft van alle Duitse e-books wordt illegaal gedownload. Dat zegt Jürgen Boos, directeur van de Frankfurter Buchmesse. Boos vindt het een catastrofale ontwikkeling en wil dat de politiek optreedt. Maar dat gebeurt „opmerkelijk genoeg” niet.
De kwestie houdt de gemoederen bezig op de Buchmesse, die nog twee dagen duurt. Ook Alexander Skipis, directeur van de Börsenverein des Deutschen Buchhandels, eist „passende actie” van de Duitse politiek. Hij schat dat ruim 60 procent van de Duitse e-books afgelopen jaar illegaal is gedownload. Het zou gaan om veertien miljoen exemplaren. De boekenbranche wil, aldus Skipis, niet hetzelfde lot ondergaan als de muziekindustrie.
De zorgen van Boos en Skips sluiten aan bij een onderzoek waardoor de Duitse boekenbranche onlangs werd opgeschrikt. Het Duitse boekenvakblad Buchreport onderzocht mensen die het afgelopen jaar een e-reader hadden aangeschaft. 61 procent van die groep had illegaal verworven e-books op zijn apparaat staan. Ook stuitten ze op een Russische website waar je vanaf januari 2011 voor 39,95 dollar per maand onbeperkt kon beschikken over 100.000 elektronische boeken. Veel Duitse consumenten wisten die site direct te vinden. Ook de site Gratisdownload bood eind 2010 grofweg 400.000 titels aan, waaronder vele Duitse, en nestelde zich direct op plaats 6.000 in de lijst van best bezochte sites ter wereld. De onderzoekers verklaren de omvang van de illegale verkoop uit verschillende factoren: de lage prijs, de goede kwaliteit en het veel grotere aanbod dan in het ‘legale’ circuit.
In Nederland is de markt voor elektronische boeken vooralsnog klein. In juli 2011 werd weliswaar voor het eerst de omzetgrens van een miljoen overschreden, maar dat is niet meer dan 1,5 procent van de totale Nederlandse boekenomzet. Van het totaal aan Nederlandse boektitels is slechts 2,4 procent in e-bookvorm verkrijgbaar. Hidde van der Louw, ad interim directeur buying and merchandising bij internetwinkel Bol.com, zegt niet te weten of er in Nederland ook op grote schaal illegaal e-boeken worden gedownload. Maar ook hij vreest dat de boekenbranche de muziekindustrie achterna gaat. „Die is heel laat overgeschakeld op de digitale markt, met alle gevolgen van dien.”
Nederland is wel aangeduid als „wereldkampioen illegaal muziek downloaden”. Volgens onderzoeks- en adviesbureau Consideratie hebben in 2009 4,3 miljoen Nederlanders illegaal muziek gedownload.
Op Marktplaats.nl is een ‘tweedehands’ e-boek van Peter Buwalda’s Bonita Avenue te koop voor 5 euro. Bij de reguliere verkoper ebook.nl kost het 15,95 euro. De Nederlandse boekenwereld probeert het illegaal aanbieden van e-books te bestrijden. Eind april 2011 zette de Werkgroep Digitaal Lezen de grootste problemen van het Nederlandse e-book op een rij. Zo maakte de veelgebruikte DRM-beveiliging het vrijwel onmogelijk om e-books op meerdere e-readers te zetten. Ook is het assortiment beperkt en zijn de boeken te duur. Die prijs is vaak nog 80 procent van de prijs van een fysiek boek. Het zijn precies de factoren die de Duitse onderzoekers noemen als redenen voor de illegale downloads daar.
Volgens Wouter de Vries van Boekblad bestaat er bij Nederlandse uitgevers geen gecoördineerde aanpak van het illegaal downloaden van e-books. „Ze hebben het zelf omschreven als een fact of life. Uitgevers zijn er vooral mee bezig meer aandacht te geven aan de voordelen van het kopen van een legaal e-book.”
In Nederland is Stichting Brein sinds begin 2010 actief bezig met de bestrijding van illegale e-books. Men wil de toegang tot internetsite The Pirate Bay blokkeren. Daartoe is Brein een bodemprocedure begonnen tegen internetprovider Ziggo.

maandag 5 september 2011

Even hier parkeren om te onthouden: AKO-tiplist in NRC

Grote namen op AKO-tiplijst

De jury van de AKO-literatuurprijs heeft grote namen op de ‘tiplijst’ voor de prijs gezet. Onder anderen Arnon Grunberg, A.F.Th. van der Heijden, Tommy Wieringa, Marcel Möring, Jeroen Brouwers, P.F. Thomése en Libriswinnaar Yves Petry staan op de lijst van 25 auteurs, die vandaag op Manuscripta is bekendgemaakt. Jan Siebelink, Herman Koch en Vasalis-biografe Maaike Meijer haalden de longlist niet.
De 25 namen zijn: Thomas van Aalten (De schuldigen), Gerbrand Bakker (De omweg), Henk Boom (De Grote Turk), Jeroen Brouwers (Bittere bloemen), Peter Buwalda (Bonita Avenue), Marco Daane (Het spoor van Orwell), A.H.J. Dautzenberg (Samaritaan), Adriaan van Dis (Tikkop), Yolanda Entius (Het kabinet van de familie Staal), Esther Gerritsen (Superduif), Wouter Godijn (Mijn ontmoeting met God en andere avonturen), Arnon Grunberg (Huid en haar), A.F.Th. van der Heijden (Tonio), Tomas Lieske (Alles kantelt), Marente de Moor (De Nederlandse maagd), Marcel Möring (Louteringsberg), Richard de Nooy (Zacht als Staal), Yves Petry (De Maagd Marino), Marja Pruis (Kus me, straf me), Johanna Spaey (De eenzaamheid van het Westen), Peter Theunynck (Karel van de Woestijne, biografie), P.F. Thomése (De weldoener), Ernst Timmer (De Noordzee opening), Tommy Wieringa (Ga niet naar zee) en Joost Zwagerman (Alles is gekleurd). De zes genomineerden worden op 30 september bekend, de prijsuitreiking is op 31 oktober.
Ook werd gisteren op Manuscripta bekend dat Peter Buwalda, Herman Koch, David van Reybrouck, Arthur Japin, Dick Swaab en Esther Verhoef zijn genomineerd voor de NS-publieksprijs. Stemmen kan tot 13 oktober.

zaterdag 13 augustus 2011

Eerste keer na vakantie weer een blogtekst. Zojuist gelezen in NRC een artikel over de stationsbibliotheek in Haarlem


Door Kris Derks | pagina 14 - 15
Proef met uitlenen van populaire boeken op station krijgt wellicht navolging in rest van land

„Hoelang heeft u de tijd?’’ Dat is de eerste vraag die de bibliothecaresse van de stationsbibliotheek in Haarlem stelt aan reizigers die lid willen worden. Want in de eerste ‘Bibliotheek op het station’ van Nederland, die deze week haar deuren opende, heeft iedereen haast. „Mensen komen hier als ze nog een paar minuten hebben voor hun trein gaat, of hem net hebben gemist’’, zegt stationsbibliothecaresse Marijke ten Hacken.
De bibliotheek is dan ook alleen geopend tussen 7.00 en 9.00 ’s ochtends en 16.00 en 19.00 ’s avonds, wanneer de meeste mensen van en naar hun werk reizen. Nu is de vestiging in Haarlem nog de enige, maar als het goed loopt komen er stationsbibliotheken door heel het land. Zo leen je Kluun in Maastricht, en lever je hem in op station Groningen.
„Is dit écht een bibliotheek mevrouw?’’ De meeste mensen komen nog een beetje verward het gebouwtje binnen. Felle, lichtgevende letters boven de deur maken duidelijk dat het modern ingerichte pand tussen perron drie en zes een ‘stationsbibliotheek’ is, maar de meeste reizigers zoeken toch even een bevestiging bij Ten Hacken. Door de felle lampen en de moderne inrichting heeft de bibliotheek wel wat weg van een Apple-store. Tom van der Meij, die vandaag samen met Ten Hacken de klanten helpt, ziet er uit alsof hij zo uit zo’n ‘store’ is geplukt. Hij draagt een paars shirt met wolkenkrabbers, Nike schoenen, en heeft een gat in z’n spijkerboek. Achter de balie probeert hij het internet aan de praat te krijgen, wat vandaag een beetje hapert. „Het is ook nog een proefperiode’’, verontschuldigt hij zich.
Een man komt kordaat de bieb binnenstappen en loopt doelbewust op een boekenkast af. „Kijk, die is vast al lid,” zegt Ten Hacken. De forens lacht en beaamt de constatering. „Ik ben maandag meteen lid geworden. Ik neem vier dagen per week de trein vanaf dit station.” De bibliotheek is voor hem echt een uitkomst. „Nu kan ik altijd een boek meenemen naar mijn werk. Als het niet bevalt breng ik het gewoon terug.”
De boeken in de stationsbieb zijn splinternieuw en liggen overzichtelijk op een tafel. De bibliotheek heeft alleen de nieuwste en populairste boeken in huis. Wie komt voor Willem Frederik Hermans of Harry Mulisch, is er niet aan het goede adres. Wel is de hele Boeken Top 60 te leen. „We houden boeken maximaal één jaar’’, vertelt Hacken, „daarna worden ze te oud.’’
Alles kan digitaal in de stationsbieb, van reserveren tot boetes betalen. Wie een boek wil lenen kan zijn pasje zelf scannen en het boek meteen de trein mee innemen. Ook kunnen bezoekers gebruik maken van internet, zowel via WiFi als op de beschikbare pc’s in de zogenaamde ‘rustruimte’. De ‘haastruimte’ daarentegen, is ingericht om bezoekers snel te voorzien van een boek of tijdschrift om mee te nemen. Lid worden bij de stationsbibliotheek kan online maar ook in de winkel zelf. Klanten die al lid zijn van bibliotheek Haarlem betalen tien euro per jaar, voor het normale lidmaatschap betaal je veertig euro. Daarnaast is er nog de mogelijkheid om voor drie weken boeken te lenen tegen een eenmalig bedrag van 2,50 euro per boek.

vrijdag 1 juli 2011

Digitale bibliotheek

Het zijn verwarrende tijden voor de bibliotheek, tenminste dat vind ik. De ene keer denk ik dat we de boot gaan missen als we niet innoveren, een andere keer denk ik juist weer dat we te hard van stapel lopen. Vooral als ik in de praktijk zie hoe druk het soms nog is en hoeveel er nog gelezen en informatie wordt ingewonnen d.m.v. het uitlenen van het papieren boek. Ook hoorde ik dat de docenten in het VO zich ongerust maakten bij de afgelopen examens: er werd heel duidelijk op leesvaardigheid getest bij de examenopgaven. En die ontbreekt nogal eens bij de leerlingen. Een van de oorzaken is dat jongeren (liever) geen lange teksten(boeken, krantenartikelen) meer willen lezen door internet,sms, twitter enz. Ook ik betrap mezelf er regelmatig op. De concentratieboog is korter geworden. (Zie mijn eerdee blogtekst over het boek van Nicholas Carr)Dus wie weet gaat de opdracht binnenkort veranderen en wordt onze kernfunctie het bevorderen van de leesvaardigheid (van alle Nederlanders).

Ik ben er echter van overtuigd dat de bibliotheek moet innoveren. Omdat het aantal klanten en uitleningen terugloopt en de vraag van de klant verandert. En natuurlijk is innoveren ook noodzakelijk door de bezuinigingen die vrijwel iedere instelling en instantie krijgt opgelegd.
Dus niets doen is geen optie.
Regelmatig wordt gezegd dat we naar een digitale bibliotheek moeten.

Dat de bibliotheek in Vlissingen innoverend is en durf toont, weten we.
Ik las een blogtekst op de website van deze bibliotheek waarin Kees Hamann een definitie geeft, na een landelijke discussie en na de opdracht van het Ministerie van OCW, van wat een digitale bibliotheek nu eigenlijk zou moeten zijn. Dit omdat de overheid overweegt om de verantwoordelijkheid van een landelijke bibliotheek op zich te nemen. Tot deze definitie zijn ze gekomen:

De rijksoverheid overweegt namelijk de verantwoordelijkheid voor opzet en financiering van een landelijke digitale bibliotheek op zich te nemen.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen vroeg de bibliotheken van Deventer en Vlissingen voorwerk te verrichten om dit redelijk nieuwe fenomeen financieel in kaart te brengen

Toen bleek dat de ene bibliotheek dvd’s en hun internetcomputers ook tot de ‘digitale bibliotheek’ rekenen, en de ander juist bewust niet, was definiëring hard nodig. Dit is voorgesteld:


De digitale bibliotheek is de elektronische variant van een bibliotheek, waarin virtueel bronnen beschikbaar staan, advies gegeven wordt bij het gebruik daarvan én interactiviteit bevorderd wordt. Het is de virtuele tegenhanger van de fysieke bibliotheek.
Dit betekent dus dat de digitale bibliotheek in zo groot mogelijke mate alle bronnen (boeken, artikelen, documenten en audiovisuele media) online beschikbaar stelt of online bestelmogelijkheden daartoe biedt. Daarnaast zijn alle diensten, gericht op het optimaal kunnen benutten van die bronnen, onafhankelijk van plaats en tijd integraal verkrijgbaar.
Tenslotte kan de digitale bibliotheek interactiviteit bevorderen door bezoekers gelegenheid te bieden op adviezen en bronnen te reageren, hun waardering te uiten en in te haken op reacties van anderen


Lees er meer over op het weblog van Bibliotheek Vlissingen:

maandag 20 juni 2011

Auteurs (waarschuwend artikel via de website van Renate Dorrestein) over eBooks. Ook in het FD verscheen

E-books: zeven schoten voor de boeg

De komst van het e-book is het begin van een revolutie in het boekenvak. Op dit moment stelt het allemaal nog weinig voor: nog geen half procent van de totale boekenverkoop. Maar het kan de komende jaren snel gaan, zeker als de prijzen van de e-readers zullen dalen en de kwaliteit verder zal verbeteren. Denk maar aan wat er tien jaar geleden aan notebooks en mobiele telefoons op de markt was, en waaraan we nu gewend zijn. Het is een verschil van dag en nacht.

Wij, als auteurs, verheugen ons op zo’n doorbraak van het e-book. Het medium zal, omdat de productierisico’s veel lager zijn dan bij een papieren boek, ongekende mogelijkheden bieden om minder bekend werk en minder populaire schrijvers voor het voetlicht te brengen. Goede boeken met een lage oplage kunnen voortaan probleemloos een eigen publiek vinden. Kleine uitgeverijen kunnen, zonder de ballast van grote investeringen en ingewikkelde distributiesystemen, opnieuw floreren. Al die schitterende boeken uit het verleden die vergeten dreigden te worden omdat een herdruk commercieel niet verantwoord was, de zogenaamde backlists, krijgen via e-books een nieuw leven. En dat alles kan bovendien veel goedkoper worden geproduceerd dan voorheen.

De auteur is de bron
Men zou verwachten dat al die voordelen snel merkbaar zouden zijn, zowel voor lezers als schrijvers. Het tegendeel is het geval. Met de opkomst van het e-book vindt namelijk, zoals dat gaat bij revoluties, ook een herschikking plaats van de krachtenvelden rondom het boekenvak. Sommigen grijpen hun kans en veroveren in rap tempo grote delen van de nieuwe elektronische markt. Veel andere ondernemers in het boekenvak, waaronder nogal wat uitgevers, staan als verlamd te kijken, als 19e eeuwse beurtschippers die de eerste stoomtrein door de polder zien tuffen. Hoewel iedereen deze ontwikkeling al jaren geleden zag aankomen — bij de opstelling van het modelcontract tussen auteurs en uitgevers in 2005 werd er al volop rekening mee gehouden — werd slechts door een enkeling nagedacht over creatieve oplossingen om de leescultuur in Nederland te behouden en te bevorderen. Elk bastion organiseerde zijn eigen verdediging en wachtte af.

Die patstelling moet worden doorbroken. Voor ons, auteurs, staan grote belangen op het spel. Wat er ook gebeurt, welke strijd er ook wordt gestreden, welke positie ook wordt verdedigd, om de auteur en zijn werk draait het. Zonder het werk van auteurs is er geen uitgever, geen distributiecentrum, geen boekhandel.

Boekenvak moet veranderen
Hoe vinden auteurs een lezerspubliek? En hoe kunnen ze tegelijkertijd hun brood verdienen en enige financiële ruimte verwerven om nieuw werk te produceren? Voor het oplossen van die twee vraagstukken heeft zich sinds de uitvinding van de boekdrukkunst een enorme bedrijfstak ontwikkeld, variërend van drukkerijen, uitgeverijen, binderijen en distributiecentra tot boekhandelaren in alle soorten en maten. Wij, als auteurs, hebben veel aan die sector te danken. Dat geldt ook voor onze lezers. Dat alleen al schept grote morele verplichtingen. Bovendien is en blijft de traditionele boekenbranche ook in economisch opzicht voor ons van groot belang. Het overgrote deel van het inkomen van auteurs komt nog altijd via het papieren boek binnen, en voorlopig zal dat zeker zo blijven.

Door de komst van het e-book is echter, na eeuwen, een volstrekt nieuwe situatie ontstaan. Er heeft zich opeens een tweede lijn geopend om onze lezers te bereiken. Daarbij kan een groot deel van de traditionele boekensector worden omzeild. Uitgevers zullen altijd onmisbaar blijven als raadgevers, coaches, redacteuren, mede-financiers en mede-verkopers, om maar te zwijgen van hun rol als zogenaamde ‘poortwachters’, degenen die het kaf van het koren scheiden. Maar al die drukkers, binders, en distributeurs van het papieren boek, ze zijn voor de productie en distributie van een e-book niet meer nodig. Dat geldt tot op grote hoogte ook voor de boekhandel. Dat maakt alles anders.

Voordelen e-book komen nu schrijver noch lezer ten goede
Een paar concrete cijfers. Van de opbrengst van een papieren boek gaat zo’n 10 tot 15 procent naar de auteur, zo’n 25 procent is voor de uitgever en 10 tot 15 procent wordt besteed aan papier en drukkosten. Het leeuwendeel, maar liefst 40 tot 50 procent, is voor de boekhandel. Ook voor het e-book moeten kosten worden gemaakt - opmaak, websites, beveiliging, allerlei soorten PR - en die moeten niet worden onderschat. Toch wegen die lang niet op tegen de enorme kosten - meer dan de helft van de verkoopprijs - die vanouds nodig waren voor de druk en distributie van het papieren boek. In theorie zouden e-books daarom voor de lezers veel goedkoper kunnen zijn, terwijl ze voor de auteurs meer zouden kunnen opbrengen. Toch is daarvan weinig of niets te merken. In Nederland wordt op dit moment door de uitgevers bij e-books een royaltypercentage voorgesteld van 15 - 20 %, en wel van de netto-opbrengst. In de praktijk is dat nog minder dan bij papieren boeken. In het buitenland gelden doorgaans percentages van 25 tot 30 procent.

Nog vreemder is dat een paar boekhandelsketens en distributieconcerns van papieren boeken zich met veel verve op het e-book hebben gestort, terwijl ze daar in essentie weinig of niets te zoeken hebben. Hun kerntaak bestaat immers uit opslag, verkoop en transport van fysieke boeken, terwijl voor de distributie van e-books niets daarvan nodig is. Deze wakkere ondernemers springen echter in de ruimte die veel uitgevers en andere beurtschippers met hun talmen hebben doen ontstaan.

Een groot deel van de extra financiële baten van de e-books komt zo toch weer bij deze concerns terecht, en nogal wat uitgevers hebben zich, via allerlei ondoorzichtige afspraken, daaraan gecommitteerd. De fooi die nu voor de auteurs overblijft is, in verhouding tot de percentages die sommige boekenconcerns opstrijken, voor ons dan ook volstrekt onacceptabel. Er zijn vanuit auteurs zelf initiatieven gaande om de distributie in eigen hand te nemen. Ook dat is een van de, tot voor kort ongekende, mogelijkheden die de digitalisering biedt. Wij volgen die experimenten met grote belangstelling. Voorlopig prefereren we, ook bij e-books, een exploitatie door onze uitgevers, gecombineerd met andere nieuwe vormen van samenwerking. Wij willen daar enthousiast aan deelnemen. Maar schrijvers en lezers, de basis van het hele gebouw, mogen daarbij geen sluitpost zijn.

E-book zelfde bescherming als het papieren boek
We hebben nog een paar problemen met het e-book. In Nederland kennen we een Wet op de Vaste Boekenprijs. Daarmee wordt voorkomen dat boeken naar willekeur tegen afbraakprijzen worden verkocht. De kleinere boekhandel wordt daardoor beschermd, het boekenaanbod blijft gevarieerd. Die regel geldt niet voor e-books. Daarmee kan dus door grote boekverkopers en andere concerns naar hartelust worden gestunt. Met alle negatieve gevolgen voor de gewone boekhandel en de doorsnee auteur.

Belangrijker nog is het gevaar van piraterij. De muziekwereld is daardoor in grote problemen gekomen, in het boekenvak keek men te lang toe. Ook dat tekent de passiviteit. De tekstbestanden van boeken zijn immers net zo goed kwetsbaar voor allerlei vormen van piraterij. Dat gevaar wordt aanmerkelijk vergroot door de massale introductie van e-books. Bij oude titels is dat niet zo’n ramp, bij pas verschenen boeken wel. De meeste auteurs, bij wie het doorgaans toch al geen vetpot is, moeten het daarvan hebben.

Na soms jaren in een boek te hebben geïnvesteerd, kan zo’n verlies aan royalties een zware aderlating betekenen. Trouwens, waarom zou je een e-book kopen of kapen als je het vrijwel gratis, op elk moment dat je wilt, tijdelijk kunt downloaden van een bibliotheek? Ook rond het ‘lenen’ van e-books bestaat echter nog geen duidelijke regeling. Je kunt van niemand vragen zijn portemonnee open en bloot op de stoep neer te leggen. Ook niet van auteurs.

Er is één troost: een fenomeen als iTunes toont aan dat nog altijd een substantieel deel van het publiek - en lezers zijn over het algemeen nette mensen - bereid is om keurig te betalen voor een download. Alleen moet de prijs daarbij nooit te hoog worden. E-book prijzen van 20 euro en meer maken ook voor het lezerspubliek de verleiding wel heel groot om de weg in te slaan naar het illegale circuit.

Voordat we ons werk in de vorm van e-books op de markt brengen, moet er dus een aantal zaken geregeld worden. Rond het papieren boek bestaan al sinds jaar en dag een paar beschermingsconstructies. Er is geen enkele reden om die aan het e-book te onthouden. Het gaat bij dit alles immers om de inhoud, en niet om de drager.

We steunen daarom de boekhandel in het streven om de e-books op te nemen in de regelingen rond de vaste boekenprijs. Datzelfde geldt voor het BTW-tarief op e-books: dat is 19 %, tegen 6 % op papieren boeken. De prijs van e-books wordt daardoor nodeloos omhoog geduwd, terwijl een lage prijsstelling juist veel kan bijdragen aan de bescherming van het e-book.

De uitgevers verzoeken we dringend om veel meer aandacht te besteden aan de coördinatie en de effectiviteit van piraterij-bestrijding. Ook het prijsbeleid dient daarmee meer rekening te houden dan nu het geval is.

Wat onszelf betreft: met de gebrekkige staat van de huidige beveiligingstechniek achten we de exploitatie van nieuwe boeken in de vorm van e-books niet of nauwelijks verantwoord. We zullen daarin, helaas, voorlopig zeer terughoudend in moeten zijn. E-books zijn voor ons vooralsnog een vorm van vervolgexploitatie, net zoals pockets of zogenaamde midprice-edities. E-reader bezitters hoeven echter niet te treuren, want op andere terreinen openen zich ongekende perspectieven.

E-book is goed voor de backlist
Er zijn nu dus twee lijnen waarlangs onze teksten de lezer bereiken: de traditionele en de digitale. Voor ons, auteurs, is het van belang dat beide lijnen zo goed mogelijk worden geëxploiteerd. Daarnaast hebben we, net als onze lezers, jegens de boekhandel een grote morele verplichting. Zonder de tomeloze inzet van al degenen die daar werken zou Nederland, wat boeken betreft, allang een oorlogszone zijn geweest. Het tegendeel is het geval. Ook economisch liggen daar voor ons grote belangen. Tegen elke prijs moet dus worden voorkomen dat de digitale lijn de papieren lijn zo snel verzwakt, dat het voortbestaan van steeds meer boekhandels in gevaar komt.

Het e-book biedt tegelijkertijd een onvoorstelbare uitbreiding van het huidige aanbod. De vergeten schatkamers van alle uitgeverijen kunnen zich eindelijk openen, vergeten werken, onderschatte auteurs, wat men maar wil, het kan met relatief weinig moeite en risico weer tot leven worden gebracht. Alleen moeten al die zogeheten backlists ook werkelijk door onze uitgevers worden geëxploiteerd. En daarmee zouden ze toch echt wel eens tempo moeten maken.

Uitgeverijen zijn te passief
Wij schrijven, dat is ons werk en ons bestaan. De exploitatie van die teksten hebben we aan onze uitgevers overgedragen. Maar dat moet dan wel gebeuren, met visie en initiatief. En daaraan ontbreekt het, uitzonderingen daargelaten, ten aanzien van de e-books maar al te vaak. Nog steeds. Er komt nu een golf aanrollen waarop de bedrijfstak zich niet goed en tijdig heeft voorbereid. Met alle gevolgen van dien.

Wij roepen onze uitgevers op om eindelijk eens echt wakker te worden. Om zowel rond de distributie en beveiliging als bij de exploitatie van de backlists op korte termijn nieuwe initiatieven te nemen en nieuwe samenwerkingsvormen te zoeken om bijvoorbeeld een gezamenlijk verkoopkanaal op te zetten voor e-books. Dat laatste zal veel vergen van hun vermogen het korte termijnbelang op te geven voor een visie op lange termijn. Ze kunnen te rade gaan bij hun collega’s van de wetenschappelijke uitgeverijen, die al eerder bijna aan de digitale revolutie ten ondergingen, maar gelukkig tijdig tot samenwerking kwamen.

Wij doen daarbij een voorstel tot een overgangsperiode. Lang kan die vermoedelijk niet duren. Maar we winnen daarmee de tijd die broodnodig is voor de uitgeverijen en de boekhandel om zich voor te bereiden op de toekomst, kosten door te lichten en nieuwe initiatieven op te zetten en uit te proberen. Het voorstel is uitermate simpel: in deze overgangsperiode zullen nieuwe titels in principe pas een jaar na verschijning als e-book worden uitgebracht, tenzij auteur en uitgever anders overeenkomen. Daarna kan het boek dan direct, net als bij voorbeeld bij de boekenclub, goedkoop worden aangeboden als e-book. Voor de e-book lezer worden, tegelijkertijd, voor dezelfde lage prijzen de backlists van alle uitgeverijen zo snel mogelijk opengesteld.

De voordelen zijn evident:

De traditionele boekhandel wordt beschermd: papieren uitgaven krijgen een voorsprong op de e-books.
Voor auteurs blijft een redelijke inkomstenbron gegarandeerd: in de praktijk brengen vrijwel alle boeken het meeste op in het eerste jaar. Het risico op piraten-edities blijft in deze fase van exploitatie klein.
E-books blijven goedkoop: de kans op piraterij wordt daarmee nog meer verkleind, de e-booklezer went niet aan illegale circuits.
De bezitters van e-readers kunnen putten uit een ongekende digitale boekenschat. Schrijvers kunnen experimenteren met nieuwe vormen.
De lezers kunnen blijven rekenen op het gevarieerde aanbod van de goede boekhandel, en kunnen tegelijk hun mogelijkheden naar alle kanten uitbreiden via het e-book.
Wij, schrijvers, willen lezers bereiken. Lezers zoeken schrijvers. We hebben een lange weg afgelegd van de verhalenverteller op de markt naar de auteur die in de eenzaamheid van zijn werkkamer contact kan leggen met een miljoenenpubliek. De industrie die bemiddelt tussen schrijver en lezer is een complex, negentiende-eeuws bouwwerk geworden met veel gangen en trappen en vergaderzalen. Het is mooi, maar het heeft zijn beste tijd gehad. Voor het instort moeten we een nieuw huis bouwen. En daar moeten we snel mee beginnen.

Aan dit artikel werkten mee: Abdelkader Benali, Bernlef, Jan Brokken, Adriaan van Dis, Renate Dorrestein, Anna Enquist, Judith Koelemeijer, Geert Mak, Nelleke Noordervliet, Simone van der Vlugt, Frank Westerman, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman, Annejet van der Zijl.

Dit artikel verscheen 25 juni 2010 in het Financieele Dagblad. Download het artikel hier.

maandag 6 juni 2011

Onderzoek Elsevier naar lezen voor de lijst. Kwam het tegen op een blogbericht van Bibliotheek10, maar heb het artikel in april gemist.

Sinds mijn middelbare schooltijd blijkt niet veel veranderd te zijn. Ook ik behoorde tot een puberend gezelschap dat het liefst dunne boekjes las: zie de lijst uit 1978. Ik heb deze, en nog een aantal dunne boeken meer, allemaal gelezen destijds. Wat waarschijnlijk wel veranderd is dat we in mijn tijd veel meer boeken moesten lezen. Ook de Middeleeuwse en uit nog meer periodes die ons destijds niet zo aanspraken. Dat hoeft niet meer op alle scholen. Hoewel ik het laatste jaar een verandering zie optreden in het vraaggedrag van scholieren. Is dit al de invloed van het regeringsbeleid dat het niveau omhoog met in het onderwijs?

Wat wellicht wel anders is: ik vind lezen nog steeds een heel prettige bezigheid.Het internet, mobiele telefoons enz. zorgen ervoor dat de meeste jongeren niet veel meer lezen.

Het uitgebreide onderzoek is te vinden in de digitale versie van Elsevier.

Elsevier-onderzoek: Mulisch meest gelezen voor examen



Het meest gelezen boek voor het schoolexamen is bestseller De aanslag van Harry Mulisch. Leerlingen lezen ook graag Kluuns Komt een vrouw bij de dokter. Maar niet alle docenten keuren dat boek goed voor de lijst. Ze hebben liever dat hun pupillen Multatuli lezen.

Havisten lezen duidelijk anders dan hun leeftijdgenoten op het vwo


Wat lezen leerlingen nu- 2011
1. De aanslag, Harry Mulisch
2. De passievrucht, Karel Glastra van Loon
3. Het gouden ei, Tim Krabbé
4. Joe Speedboot, Tommy Wieringa
5. Het diner, Herman Koch/ Komt een vrouw bij de dokter, Kluun

Bron: Elsevier 2011


Wat lazen leerlingen vroeger- 1978
1. Het bittere kruid, Marga Minco
2. Wierook en tranen, Ward Ruyslinck
3. De herberg met het hoefijzer, A. den Doolaard
4. Oeroeg, Hella Haasse
5. Het fregatschip Johanna Maria, A. van Schendel

Bron: Vrij Nederland 1978


Wat lazen leerlingen vroeger- 1993
1. De aanslag, Harry Mulisch
2. Hersenschimmen, J. Bernlef
3. Het gouden ei, Tim Krabbé
4. De donkere kamer van Damocles, W.F. Hermans
5. Het bittere kruid, Marga Minco

Bron: Diepzee (Wolters-Noordhoff) 1993

Dat blijkt uit onderzoek dat Elsevier deed onder 82 middelbare scholen. Sectiehoofden Nederlands, zelf ook docent, gaven aan welke titels havisten en vwo’ers het meest lezen voor hun lijst.

De uitkomsten van het onderzoek, onder meer de Top-10 van meest gelezen boeken voor de lijst, staan in de Elsevier van deze week.

Winnaar
Mulisch is de grote winnaar. De aanslag, uit 1982 alweer, wordt het meest gelezen voor het schoolexamen. Op nummer twee staat De passievrucht van Karel Glastra van Loon, nummer drie is Het gouden ei van Tim Krabbé.

Havisten lezen duidelijk anders dan hun leeftijdgenoten op het vwo. De literaire thriller De eetclub van Saskia Noort wordt bijvoorbeeld alleen op de havo gelezen, Tirza van Arnon Grunberg alleen op het vwo.

Verboden
Er woedt een strijd in het klaslokaal. Over verboden boeken, literaire thrillers en over dik of dun. Leerlingen komen bijvoorbeeld aanzetten met Echte mannen eten geen kaas van Maria Mosterd. Maar docenten zijn onverbiddelijk: het boek mag niet op de lijst.

Waarom vinden zij literatuur eigenlijk belangrijk voor hun leerlingen? Het is volgens de docenten vooral goed voor de taalontwikkeling. Bovendien vergroot literatuur het empathisch vermogen. Maar liefst 41 procent van de ondervraagden vindt het leesniveau van hun eindexamenleerlingen te laag.

Dan zijn er nog de favoriete boeken van de docenten. Het liefst lezen ze De ontdekking van de hemel van Mulisch. En als het aan hen lag, lazen hun pupillen toch ook vooral klassiekers als Max Havelaar van Multatuli.

Dun
Wat zetten leerlingen vroeger het meest op hun lijst? In 1978 was Marga Minco’s Het bittere kruid nog dé favoriet volgens weekblad Vrij Nederland. Het literair-educatieve tijdschrift Diepzee maakte in 1993 een top-10 van meest gelezen boeken voor het examen. Ook toen al stond De aanslag van Mulisch op nummer 1.

Leerlingen lezen het liefst dunne boekjes. Dat blijkt uit het onderzoek dat Elsevier deze week publiceert. Het was ook een van de conclusies die Marijke Hilhorst vorig jaar al eens trok in haar column Kijken voor de lijst in Elsevier. Ze vergeleek de top-10 meest gelezen boeken onder middelbare scholieren in 1978 en in 2010.

Ze ging uit van het lijstje dat ze in 1978 maakte met Willem Jan Otten voor Vrij Nederland en de ranglijst op de website scholieren.com. Wat opvalt: Oeroeg van Hella Haasse komt op beide lijstjes voor. Dat geldt ook voor Kort Amerikaans van Jan Wolkers.

Meest gelezen boek onder middelbare scholieren in 2010 was Het gouden ei van Krabbé. Oeroeg van Haasse stond op twee.

Bron: Elsevier van 30 april 2011 (nr. 17), 'Literatuurlijst havo en vwo, Kluun wint dik van Multatuli'
En
Andrea Driesse Bibliotheek10

vrijdag 3 juni 2011

Weten of je gmail-account gehacked is: kijk bij instellingen of er verdache adressen bij staan. Zie artikel NRC

Google waarschuwt voor Chinese spionage

Door een onzer redacteuren | pagina 26 - 27

In een opmerkelijk bericht op het bedrijfsblog waarschuwt Google zijn klanten voor een gerichte phishing-aanval vanuit China. Een selecte groep gebruikers van maildienst Gmail wordt om de tuin geleid om het wachtwoord prijs te geven. Het zou gaan om „honderden persoonlijke accounts van belangrijke Amerikaanse ambtenaren, politieke activisten uit China, ambtenaren uit Zuid-Korea, militairen en journalisten.”

Volgens Google proberen indringers via computers in Jinan, China, met het gestolen wachtwoord mail automatisch door te sturen naar een ander adres of anderen toegang te geven tot Gmail-account. Wie wil weten of ie gehacked is, moet bij ‘Instellingen’ kijken of er verdachte doorstuur-adressen bij staan.

Google slaat alarm omdat het nu niet gaat om een – meer gebruikelijke – massale aanval. Dit is een aanval op specifieke individuen.

Anderhalf jaar geleden lag Google ook al onder vuur vanuit China. Het bedrijf was toen het slachtoffer van een geavanceerde aanval waarbij een lek in een oude internetbrowser van Microsoft onbevoegden toegang verschafte tot de Google servers. Daarbij ging het de inbrekers onder meer om Gmail-accounts van politieke activisten. Naar aanleiding van die affaire trok Google zich terug uit China en stuurt Chinese internetters nu naar een zoekmachine op een server in Hong Kong.

Google benadrukt dat nu niet opnieuw het eigen systeem gehackt is. Wel wijst het bedrijf op een beschermingsmogelijkheid bij het inloggen. Behalve het wachtwoord moet de Gmail-gebruiker dan een extra verificatiecode invoeren.

dinsdag 24 mei 2011

Jongerenliteratuurprijs

Vorige week deed ik een oproep om te stemmen voor de jongerenliteratuurprijs op de van oorsprong uit Nuenen afkomstige auteur Thijs de Boer. De uitslag is ondertussen binnen. Helaas heeft Thijs niet gewonnen.
Voor de publieksprijs had hij concurrentie van bijvoorbeeld iemand die 1,1 miljoen volgers op twitter had. Een Amerikaan. De invloed van sociale media wordt dus steeds groter.De juryprijs heeft hij ook niet gewonnen, maar zijn boek is ook meer voor de "volwassen jongeren", dus echt verwacht had hij het niet.Het meedingen naar de prijs heeft wel een tweede druk van zijn boek opgeleverd. En hij had wel een heel mooi juryrapport.En ik ben het daar helemaal mee eens:

Schitterend juryrapport voor Thijs de Boer

Gister ontving Thijs de Boer een schitterend juryrapport van de jury van de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs 2011. Zo schreven ze:

"Vogels die vlees eten van Thijs de Boer is een bijzonder debuut. Verontrustend, dat is de beste karakteristiek voor deze stilistisch ongekend knap geschreven verhalenbundel. De sarcastische ondertoon fungeert als dam tegen de harde werkelijkheid en maakt de verhalen schijnbaar draaglijk. Bijzonder knap is dat de zwarte humor van De Boer de thematiek zowel verluchtigt als versterkt.
Als een volleerd kortverhalenschrijver geeft hij zijn lezers slechts enkele aanknopingspunten, hoewel hij er toch in slaagt hen met een minimum aan woorden zijn vertellingen binnen te trekken. Die verhalen zijn stil, beeldend en bijna tastbaar in hun psychische gruwel. Zonder grote woorden te gebruiken raakt De Boer aan de angsten en onzekerheden die het leven ons brengt.

De jonge mensen die emotioneel met zichzelf overhoop liggen en doelloos door het leven zwalken vormen de rode draad in deze indringende verhalenbundel, waarmee De Boer in een keer zijn naam gevestigd heeft."

Zie ook:

zondag 22 mei 2011

Bericht via twitter en linkedln ontdekt op bibliotheek.nl.Toch maar even op mijn blog parkeren. Bibliotheekleden maken best veel gebruik van de diensten van de CDR, maar het mogen er nog meer worden.

Muziekcollectie CDR wordt opgenomen in NBC

Stichting Bibliotheek.nl en de Centrale Discotheek Rotterdam (CDR) gaan samenwerken. De partijen zijn overeengekomen dat de muziekcollectie van de CDR wordt opgenomen in de Nationale Bibliotheekcatalogus (NBC).

Uitgangspunt van de samenwerking is dat de CDR-collectie deel uitmaakt van de Collectie Nederland en vindbaar en aanvraagbaar moet zijn via de landelijke digitale infrastructuur. Door haar landelijke zichtbaarheid te vergroten zal CDR’s Muziekweb beter worden gevonden door muziekliefhebbers.

Margreet Teunissen, directeur van de CDR: 'Het is van groot belang dat de complete, mede uit publieke middelen opgebouwde cd-collectie en muziekinformatie makkelijk vindbaar wordt en beschikbaar is voor elke muziekliefhebber. Ook als het om muziek van jaren geleden gaat!'

Bibliotheek.nl en CDR zullen samen bepalen hoe eindgebruikers in de NBC naar muziek kunnen zoeken.

Via het GGC
De Nationale Bibliotheekcatalogus is een publiekscatalogus die het bezit van tenminste alle openbare bibliotheken en de KB op een eenvoudige manier ontsluit voor de eindgebruiker. De NBC is doorzoekbaar via een Open Index, die is verbonden met het GGC. De titel- en bezitsgegevens van de CDR zullen worden ingelezen in het GGC, maar de CDR zal in haar eigen systeem blijven catalogiseren.

Centrale Discotheek Rotterdam
De CDR is het expertisecentrum voor (opgenomen) muziek. Via Muziekweb stelt zij bibliotheekleden in de gelegenheid om muziek te lenen uit haar collectie van 400.000 cd’s en 15.000 muziekdvd’s. Ook biedt zij veel informatie over muziek waardoor de leden hun muzieksmaak kunnen ontwikkelen of vergroten.
Met haar diepgaande expertise, ruime muziekcollectie en hoogwaardige catalogusdata is de CDR van groot belang voor het bibliotheekstelsel. Vanuit deze positie kan CDR zorgen voor nieuwe verbindingen met het onderwijs, de publieke (radio) omroep en het Instituut voor Beeld&Geluid.

Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Stapel, johan.stapel@bibliotheek.nl

maandag 9 mei 2011

Bericht in NRC van 7 mei: iPhone en Android-toestellen-bezitters let op en wees gewaarschuwd!

<b>Altijd online? Altijd onveilig
< Veel mensen hebben hun computer goed beveiligd, maar beseffen niet
dat ook hun telefoon gehackt kan worden.Marc Hijink
‘NEE!” ROEPT de erva-
ren Android-hacker uit. “Ik zou zelf mijn
mobiele tele-
foon nooit voor internetbankieren gebruiken.” De hacker – hij wil liever
niet met zijn naam in de krant – ban-
kiert alleen op zijn eigen pc, waar hij de webbrowser extra afschermt te-
gen cybercriminelen. Zulke opties heeft een smartphone niet. De com-
puter thuis is doorgaans beter bevei-
ligd.Het is moeilijk om niet voor de ver-
leidingen van een smartphone te val-
len: de rekenkracht van een volwaar-
dige computer, verpakt in een veder-
lichte gadget. Bijna de helft van de Nederlanders die z’n telefoonabon-
nement verlengt kiest voor zo’n ap-
paraat, met toegang tot talloze pro-
gramma’s (apps) en de mogelijkheid om vrijwel altijd online te zijn.
Maar beveiligingsbedrijf Syman-
tec waarschuwde vorige maand dat alle ingrediënten aanwezig zijn voor
grootschalig misbruik. ‘Er zijn zo-
veel smartphones in omloop dat cy-
bercriminelen hun aandacht op deze toestellen richten. Deapparaten wer-
ken met geavanceerde besturingssys-
temen die onvermijdbare kwetsbaar-
heden hebben.’ In 2010 telde Syman-
tec 163 serieuze lekken in smart-
phones. Het aantal applicaties met kwaadaardige code groeit. Google
verwijderde in maart bijvoorbeeld 52 verdachte Android-apps. Sommige
software was al 50.000 tot 200.000 keer gedownload.
Symantec verbaast zich erover dat cybercriminelen zich nog niet massa-
ler op smartphones storten. Het aan-
tal potentiële slachtoffers is groot: volgens schattingen worden er dit
jaar 375 miljoen smartphones en 50 miljoen tablet pc’s verkocht – meer
dan gewone computers. De twee ty-
pes besturingssystemen die in het oog springen zijn iOS, van de Apple
iPhone en iPad, en Google Android. Van de laatste worden elke dag ruim
350.000 toestellen verkocht. De meeste smartphonegebruikers voelen zich veilig. De eerste generatie slimme telefoons werd immers slechts sporadisch aangevallen door hackers. Het heeft ook een tijd ge-
duurd voordat mensen begrepen dat een computer beveiligd moet wor-
den. De I love you-worm die in 2000 miljoenen computers en servers plat-
legde, maakte dat goed duidelijk. Mensen kregen een mailtje met
‘iloffeffioU’ in het onderwerp; als ze op een link in het bericht klikten, ver-
anderde de worm bestanden op de computer en kopieerde hij zichzelf
naar alle contacten in hun emailpro-
gramma. De economische schade be-
droeg 5,5 miljard dollar. Het kostte Microsoft jaren om zijn software be-
ter te wapenen. Cybercriminelen speuren continu naar kwetsbaarheden in software om toegang te krijgen tot een computer. Na een geslaagde inbraak houden ze zich op de achtergrond. Dan maken ze winst met het stiekem versturen vanspam,het plunderen vanbankre-
keningen en doorverkopen van cre-
ditcardgegevens en persoonlijke da-
ta. De smartphone biedt nog meer ‘verdienmodellen’ dan de pc. Tele-
foons kunnen, zonder dat de gebrui-
ker er erg in heeft, naar dure num-
mers bellen of ongevraagd sms’jes versturen. Ook worden telefoons
vaak gebruikt als identificatiemid-
del, ter verificatie van elektronische betalingen of toegang tot beveiligde
b e d r ij f s n e t w e r k e n . In-app betalingen – geautomati-
seerde aanschaf binnen een pro-
gramma – vormen een ander risico. Eén klik is voldoende om iets te ko-
pen, zodat een cybercrimineel men-
sen simpel tot ongewenste uitgaven kan dwingen. Ook gevoelige gege-
vens worden vaak onveilig be-
waard. Zoals de Android-app van de Amerikaanse bank Wells Fargo: ge-
bruikersnaam, wachtwoord en het bankrekeningnummer werd opge-
slagen in leesbare tekstbestanden opde telefoon. Andere banken hebben
trouwens wel voorzorgsmaatregelen tegen misbruik ingebouwd. De Ra-
bobank-app vraagt voor betalingen naar onbekende rekeningnummers
een wachtwoord dat via een ander ap-
paraat, de random reader, moet wor-
den aangemaakt. Een Android hacken Android is het snelst groeiende mo-
biele besturingssyteem en daarom het meest in trek bij hackers encyber-
criminelen. Het is een bijna volledig open platform gebouwd op een Li-
nux-kern: de code is bekend, en Google stelt de winkel ook open voor
alle ontwikkelaars. Daarom is het niet moeilijk om kwaadwillende
software (‘m a l wa r e ’) te verspreiden:Google controleert apps alleen ach-
teraf. „Third party apps die je downlo-
adt uit de Android Market of zelf in-
stalleert zijn de meest gevoelige plek-
ken”, legt de Android-hacker uit. De malware wordt verpakt als een spel-
letje of een social networking app.De hacker heeft niet de indruk dat Goog-
le grondig controleert: “Het gros van de mailware wordt gesignaleerd
door andere partijen, zoals Android Po l i c e , waarna Google de apps in kwestie verwijdert.”
Veel apps vragen bij het installeren om veel meer rechten dan ze strikt
nodig hebben. Bijvoorbeeld een spel-
letje dat toegang wil tot je adressen-
boek. Gebruikers geven vaak klakke-
loos toestemming, met het risico dat ze hun persoonlijke data prijsgeven
aan mensen die erkwaad mee willen. De Android-hacker: “Daar werkt de
beste beveiliging niet tegen.”
Hoewel de eigenaar van een An-
droid-toestel normaal gesproken in-
logt op het zogeheten userniveau met beperkte rechten, kiezen som-
migen ervoor om administratierech-
ten te verkrijgen (in Linux-termen:inloggen als root, ook wel jailbreaking
genoemd). Dat stelt ze in staat om zelf alternatieve software op hun
smartphone te installeren. Met de bijbehorende risico’s: het illegale cir-
cuit bevat veel malware. Aande ande-
re kant kun je met root-toegang ook meteen de veiligheidsupdates ge-
bruiken zodra Google die via inter-
net beschikbaar stelt. Andere gebrui-
kers moeten wachten tot hun tele-
comprovider de update doorstuurt. Voor Android zijn al wel antivirus-
systemen op de markt. Kaspersky Mobility Security 9 bijvoorbeeld
(6,71 euro in de Android Market) dat bescherming belooft tegen malware
en ongewenste telefoontjes en sms’jes. Antivirussoftware biedt wei-
nig bescherming de allernieuwste lekken, de zogeheten zero day exploits
. Wel kun je gegevens met Kas-
persky versleutelen, prettig als de te-
lefoon in handen komt van een cri-
mineel. In dat soort gevallen is de te-
lefoon op afstand te wissen (remote wipe), op dezelfde manier zoals dat bij een iPhone of een BlackBerry kan. Als de ‘vinder’ van het toestel echter met-
een de simkaart verwijdert, werkt zo’n remote wipe niet.
De iPhone misbruiken Voor iOS, het besturingssysteem van
de iPhone en iPad, is amper veilig-
heidssoftware in omloop. iOS is een mobiele variant van OS X, het bestu-
ringssysteem van Apple en de com-
putermaker profileert zich graag als een veilig alternatief ten opzichte
van de concurrenten. In tegenstel-
ling tot bij Android moet de software in de App Store van Apple eerst goed-
gekeurd worden door Apple. Maar dat wil niet zeggen dat de iPhone on-
kwetsbaar is. Met name de webbrow-
ser, gebaseerd op dezelfde Webkit-
technologie die in de Android-brow-
ser zit, is gevoelig.

dinsdag 3 mei 2011

Verbeterde versie App "De bibliotheek"

De nieuwe verbeterde versie van App 'de Bibliotheek' is vanaf nu beschikbaar via de iTunes App Store en de Android Market. De nieuwe versie bevat geen nieuwe functionaliteiten, maar de huidige functionaliteiten zijn wel verbeterd. De App is nu ook geschikt voor oudere versies van de iPhone.
Bibliotheekleden met een smartphone hebben overal en altijd toegang tot hun bibliotheek. De App 'de Bibliotheek' is gratis te downloaden.

App ‘de Bibliotheek’ is gebruiksvriendelijk en werkt heel eenvoudig. In drie stappen ben je aangemeld:
1. Typ je naam in;
2. Vervolgens selecteer je de plaats en vestiging van je eigen bibliotheek;
3. Ten slotte toets je je pasnummer en pincode in.

De App maakt verbinding met de website van je eigen bibliotheek en je krijgt toegang tot je eigen gegevens. Je kunt ook gezinsleden of huisgenoten toevoegen als ze lid zijn van dezelfde bibliotheek.

Functionaliteiten op een rijtje:
• Lenen: in één oogopslag zien welke items jij of je huisgenoten geleend hebben;
• Verlengen: materialen verleng je direct;
• Zoeken: zoeken kan op basis van titel, auteur of ISBN. Met een aantal types smartphones is het mogelijk het ISBN-nummer te scannen waarna je direct informatie ziet over het desbetreffende boek;
• Reserveren: materialen reserveer je via de App;
• Verlanglijst: in de mobiele bieb sla ja alle interessante titels op;
• Contact: snel contact met je bibliotheek via email, bellen of navigeren via google maps.

Cubiss ontwikkelde de App in opdracht van de Brabantse Netwerkbibliotheek voor de leden van de Brabantse Openbare Bibliotheken.

zaterdag 23 april 2011

Christiaan Weijts in zijn column in NRC next: Tergende hypocrisie. Ik ben het helemaal met hem eens.

Tergende hypocrisie


Van de tweehonderddertien woorden die het Regeerakkoord over had voor cultuur, waren er zeventien die oplichtten als goede feeën in een inktzwarte nacht: ‘De uitgaven aan behoud en beheer van cultureel erfgoed, bibliotheken en Nationaal Archief worden zoveel mogelijk ontzien.’

We lynchen de muzen, maar sparen hun skelet.

Zet de champagne nog maar even terug. De laatste weken blijkt namelijk dat van de duizend openbare bibliotheken er driehonderd verdwijnen. Zo sluiten er in Den Haag zes van de achttien buurtbiebs.

Hoe kan dat? Verantwoordelijk staatssecretaris Halbe Zijlsta (VVD) rekent het voor, in antwoord op Kamervragen. Aan bibliotheken betalen 'gemeenten circa € 450 mln., provincies circa € 40 mln. en rijksoverheid circa € 40 mln. De genoemde passage in het Regeerakkoord heeft betrekking op de uitgaven van de rijksoverheid.’

Zoiets voelt als een gesprek met een klantenservice. Je weet dat je opgelicht bent. Je weet ook dat je het met redelijkheid niet gaat redden. Je weet dat het zinloos is om tegen te werpen dat de gemeenten die € 450 mln. niet uit de zak van Sinterklaas halen, maar uit het Gemeentefonds, uiteraard gevuld door het Rijk. Je weet dat het zinloos is om op de tergende hypocrisie te wijzen dat juist waar het Regeerakkoord vaderlijk voor op zegt te komen de slachtbijl nu het diepste hakt.
Je weet dat je alles wat je weet te danken hebt aan bibliotheken. Je ziet jezelf als tien-, elfjarige op je fiets naar zo’n nu bedreigde buurtbieb gaan, waar je alles verslindt over elektrotechniek, planeten, seks, kruistochten en spijkerbroeken.

Je weet dat bibliotheken veel meer zijn dan uitleenmachines. Je ziet er mensen kranten lezen, internetten, flexwerken. Je kent verhalen van allochtone meisjes die er komen studeren omdat ze daar geen kans voor krijgen thuis, waar ze het huishouden moeten doen. Je herinnert je hoe je er Mulisch ontdekte, Nooteboom, Claus, Reve, en dat je gisteravond zelf als schrijver in het echt optrad in de bieb van Amersfoort, voor scholieren.

Je weet dat bibliotheken goede feeën zijn die oplichten in een inktzwarte nacht.

Berichtje in Boekennieuws NRC over e-books in de VS. Altijd voorloper geweest op allerlei gebieden. Gaat het bij ons ook die kant op?

E-books in VS voor het eerst meest verkochte boekensoort

In februari 2011 waren e-books waren voor het eerst de categorie boeken met de meeste omzet in de Verenigde Staten. Dit blijkt uit cijfers van de Amerikaanse Vereniging van Uitgevers (AAP). Met een bedrag van 90,3 miljoen dollar scoorde de categorie e-books beter dan paperbacks, hardcovers en kinderboeken. De AAP houdt van de grootste uitgevers in de VS bij hoeveel ze maandelijks verkopen aan boekhandels. Al enige tijd merkt ze een forse stijging van het aandeel e-books. Ten opzichte van februari 2010 groeide de categorie e-books volgens de cijfers met ruim 202 procent.

donderdag 21 april 2011

Jonge strafrechtonderzoekers laten van zich horen in open brief: het lijkt af en toe wel alsof het strafrecht enkel nog als middel wordt gezien om te vergelden, te beveiligen en strenger te straffen. Zij roepen op om de menselijke maat van het strafrecht in het oog te houden en benadrukkeno.a. dat het strafrecht ook dient om herhaling te voorkomen en veroordeelden een nieuwe kans te bieden. Dat is des te belangrijker omdat iedereen te maken kan krijgen met het strafrecht. Een wij-zij tegenstelling tussen criminelen en de ‘goede burgers’ werkt overzichtelijk, maar is volgens hen te simpel.

Menselijke maat moet grote rol blijven spelen in strafrecht

door Jannemieke Ouwerkerk e.a.. donderdag 21 april 2011 |Brabant Dagblad

Ineens is daar het etiket zedendelinquent. Uw ex-vrouw zegt dat u de kinderen heeft betast.
Of uw puberzoon wordt 'uitgenodigd' op het politiebureau. Een vrijpartij van pubers? 'Hij zat met z'n poten aan mijn dochter', zegt haar vader. Dodelijke botsing. Uw gedachten zijn elders. Het gaspedaal is te hard ingedrukt of u rijdt na een ruzie met de BOB toch zelf naar huis. De fietser uit de zijstraat niet gezien, wel gekeken? Fraudeur! Ook u woont graag samen. Maar twee uitkeringen is meer dan die ene. U hebt het al niet breed! De voorbeelden zijn talloos.

Irritatie, frustratie, agressie. Schrikt u weleens van uw eigen emoties? Onoplettendheid, listigheid en stommiteit. Is het overschrijden van grenzen niet menselijk? Maar voor u het weet, bent u verdachte of dader van een misdrijf. Fouillering, verhoor, aanhouding en voorarrest liggen in het verschiet. Bijstand van een advocaat is helaas niet vanzelfsprekend.

Het strafrecht bestaat door het menselijk tekort. Niemand doet alleen maar goed of slecht. Achter elke misdaad zit een persoonlijk verhaal. Helaas is het tegenwoordig normaal een scherpe lijn te trekken tussen 'wij' en 'zij'. Tussen de brave burger die elk moment slachtoffer kan worden en de 'straatterrorist', de 'veelpleger', de 'pedo', 'dat tuig', 'het beest', of 'het monster'. Zo worden mensen ingedeeld in categorieën. Dat maakt de samenleving overzichtelijk, maar zo simpel ligt het niet. Wij kunnen net zo goed dader worden als u, u net zo goed als wij. Vinden wij strafbaar gedrag niet erg? Miskennen wij de gevolgen voor samenleving, slachtoffers en nabestaanden? Zeker niet! Maar omdat strafbaar gedrag menselijk is, keren wij ons wel tegen het klimaat van 'law and order'. Wij komen op tegen onvolledige, onjuiste of tendentieuze beeldvorming over criminaliteitscijfers, de hoogte van straffen en het regime in gevangenissen en tbs-klinieken.

Het is kwalijk dat gevoelens van onveiligheid worden versterkt door te roepen dat Nederland vreselijk onveilig is en dat keihard optreden geboden is. Wij storen ons aan het gemak waarmee incidenten leiden tot nieuwe wetgeving zonder dat bestaande mogelijkheden zijn benut.

Wij zijn het oneens met hen die een tegenstelling creëren waar geen tegenstelling is. Denk aan de discussie over de (terecht!) toegenomen aandacht voor slachtoffers en nabestaanden. Vaak wordt hun leed gebruikt om een hardere aanpak van verdachten en veroordeelden te rechtvaardigen. Maar waarom zou gepaste aandacht voor slachtoffers niet samengaan met een stevige rechtspositie voor verdachte en dader? Bovendien is de vraag wat slachtoffers en nabestaanden wensen niet eenvoudig te beantwoorden. Geen mens is hetzelfde en wil hetzelfde. Naast harde waarden als vergelding en wraak bestaan ook milde waarden als verzoening en vergeving. Natuurlijk beseffen wij dat er slachtoffers of nabestaanden zijn die zich daartoe niet willen of kunnen zetten. Met respect daarvoor, benadrukken wij dat de kracht van vergeving en verzoening een hele samenleving sterker kan maken. Ten slotte onderstrepen wij dat strafrecht niet alleen dient voor vergelding. Het is er evengoed om herhaling te voorkomen en veroordeelden een nieuwe kans te bieden in onze maatschappij. Daar heeft iedereen iets aan.

Wij verzetten ons tegen de gure wind die door Nederland waait. Zwaardere straffen en meer bevoegdheden voor justitie, politie en beveiligingspersoneel zijn niet nodig in een land waar de criminaliteit daalt. En waar rechters vergeleken met omringende landen streng straffen. Wij geloven in de kracht van de menselijke maat en van nieuwe kansen, verbetering en herstel. Omdat de verdachte of veroordeelde misschien een gevallen mens is, maar nog steeds een mens. Een mens als u en wij!

Jannemieke Ouwerkerk maakt deel uit van een groep jonge strafrechtjuristen en criminologen met Ralph Hermans, Jacques Claessen, Jill Coster van Voorhout, Marianne Hirsch Ballin, Pauline Jacobs, Ferry de Jong, Lianne Kleijer- Kool, Marije Knapen, Niels van der Laan, Floris van Laanen, Sonja Meijer, Marloes van Noorloos, Anne Postma, Niels van Schaik© Brabants Dagblad 2011,

Weer eens wat anders: The royal wedding.

woensdag 13 april 2011

Artikel in Nu.nl: "Lezende tieners krijgen later betere baan"

Iedere bibliotheekmedewerker kent ze wel: de tieners die met duidelijke tegenzin naar de bieb komen en aan je vragen"Ik moet een boek lezen, heeft u er een met weinig bladzijden". Afgelopen maandag gebeurde dat ook nog. Dit keer moest het een boek zijn met het thema Tweede Wereldoorlog. Resultaat toen ik er een liet zien: veel te dik. Weer ander gezocht 198 pagina's. Ja dat kon wel. De docent controleert: het moeten tenminste 200 p. zijn.
Een tiener kwam met moeder mee. Moeder gaf aan dat in het gezin eigenlijk niet zo gelezen werd. Mijn missioneringgsdrang kwam uiteraard boven drijvenen ik noemde alle leuke dingen van het lezen van boeken. Zelf bekende de moeder dat als ze vroeger een boek las eigenlijk niet meer kon stoppen. En nu heb ik er een argument bij en kan de gegevens uit het onderzoek noemen die in het onderstaande artikel genoemd worden.
We zullen ze ook gebruiken als de komende week in al onze vestigingen de jaarlijkse vakantiebanenmarkten weer georganiseerd worden.

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat veel gamen en daarnaast geen andere activiteiten doen, de kans op een een universitaire studie zelfs verlaagt.

'Lezende tieners krijgen later betere baan'
AMSTERDAM – Tieners die buiten schooltijd veel lezen, hebben later meer succes in hun carrière. Dat stelt socioloog Mark Taylor van de Universiteit van Oxford.

© NU.nl/Alphons NieuwenhuisTaylor volgde voor zijn onderzoek 17.200 mensen, allen geboren in 1970. Hij onderzocht zowel de buitenschoolse activiteiten die deze mensen op hun zestiende uitoefenden, als hun carrière op 33-jarige leeftijd.

Meisjes die op hun zestiende regelmatig boeken lazen, bleken op latere leeftijd 39 procent kans op een professionele of leidinggevende baan te hebben. De meisjes die niet lazen, hadden daar slechts 25 procent kans op. Bij de jongens lagen deze percentages respectievelijk op 58 procent en 48 procent.

Andere activiteiten

Het lezen van boeken blijkt de enige activiteit voor 16-jarigen die later effect heeft op hun loopbaan.

Geen van de andere activiteiten, zoals sport, bezoeken aan een museum, bioscoop of concert, of praktische activiteiten als koken of naaien, blijken een significant effect op de carrière te hebben.

“Volgens onze resultaten blijkt er iets bijzonders aan de hand te zijn met lezen voor het plezier”, aldus Taylor. Volgens hem kan lezen een belangrijke factor zijn omdat het helpt bij het aanscherpen van de geest.

Universiteit

Het lezen van boeken blijkt verbonden te zijn met een hogere kans om aan de universiteit te gaan studeren.

Als 16-jarigen boeken lezen en daarnaast ook een andere culturele activiteit doen, zoals het bespelen van een instrument of het bezoeken van musea, stijgt de kans op een universitaire studie van 24 procent naar 54 procent voor jongens en van 20 procent naar 48 procent voor meisjes.

Gamen

Tieners die regelmatig computergames spelen en hiernaast geen andere activiteiten doen, verlagen hiermee hun kansen op een universitaire studie van 24 procent naar 19 procent bij jongens en van 20 procent naar 14 procent bij meisjes.

© NU.nl/Monique van Loon

zondag 10 april 2011

Na Metro afgelopen week nu ook artikel in zaterdageditie van NRC. Vereniging van Openbare Bibliotheken in actie

Door onze redacteur Arjen Schreuder | pagina 8 - 9

Bibliotheken zijn het grootste slachtoffer van de gemeentelijke bezuinigingswoede in Nederland. Vestigingen gaan dicht, personeel moet weg. Terwijl de bibliotheek juist weer populair werd.

Het is druk in de bibliotheek in de Goudse wijk Goverwelle. Tientallen bezoekers schuifelen langs de kasten, het hoofd schuin. Aan een ronde tafel zitten scholieren achter een computer. „Wij hebben thuis geen printer”, zegt een meisje met een hoofddoek. Dames en heren lezen tijdschriften en kranten. En in een aparte ruimte werken tien kinderen aan hun huiswerk. „Ouders hebben vaak geen tijd om hun kinderen te helpen. Wij wel”, zegt begeleider Annemiek Luxen.

De bibliotheek is bezig aan haar laatste maanden. De vestiging in de wijk Goverwelle moet komend jaar dicht. Later sluiten ook de centrale vestiging in het centrum van Gouda en de bibliotheek in de wijk Bloemendaal. Directeur Nan van Schendel hoopt dat de gemeentelijke bezuinigingen beperkt blijven tot 30 procent. In dat geval kan zij straks één ander, groter gebouw betrekken waar „werken, leren en studeren” centraal staat. Op zes plaatsen in de stad kunnen dan ook boeken worden geleend: op vier scholen en op twee minibibliotheken in supermarkten, banken of wijkcentra, plug-in bibliotheken genaamd. „Voor veelgelezen boeken”, zegt Van Schendel. „Dus geen Louis Couperus.” Als de bezuinigen hoger uitvallen, bijvoorbeeld bijna 50 procent, dan verdwijnt de centrale bibliotheek en blijft alleen lenen via scholen over. Het besluit daarover valt binnenkort.

Bibliotheken zijn het grootste slachtoffer van de bezuinigingswoede in Nederlandse gemeenten. Bijna 70 procent van alle gemeenten bezuinigt op kunst en cultuur. En de bibliotheek „staat op nummer één”, aldus een recent onderzoek in opdracht van staatssecretaris Zijlstra (Cultuur, VVD). Meestal leidt dit tot het sluiten van filialen. Ongeveer eenderde van alle bibliotheken verdwijnt, schat de Vereniging van Openbare Bibliotheken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft begrip voor de bezuinigingen. „Vrijwel alle gemeenten subsidiëren op dit moment bibliotheken zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat”, aldus VNG-topman Ralph Pans onlangs in een brief. „Momenteel zien wij wel dat de gemeenten noodgedwongen bezuinigen op bibliotheken. De grote meerderheid doet dat evenwel over het algemeen niet onevenredig.” De subsidies liepen de afgelopen jaren bovendien „steeds op” van 402 miljoen euro in 2008 tot 422 miljoen euro in 2009.

Veel gemeenten noemen als argument voor bezuinigingen dat zij er niet voor zijn om het instituut bibliotheek te steunen, maar wel de functie, meestal het bevorderen van lezen door kinderen. Zo heeft in de Achterhoek de gemeente Berkelland de subsidie van jaarlijks 1 miljoen euro helemaal geschrapt. Verschillende partijen konden vervolgens dingen naar de opdracht om het lezen onder kinderen tot veertien jaar te bevorderen. „Dat had de volleybalclub mogen doen, maar gelukkig heeft men daar nu toch ons voor gekozen”, zegt directeur Ton Mengerink van bibliotheek Oost-Achterhoek.

Voor deze leesbevordering is een half miljoen euro beschikbaar. De bibliotheek moet intussen wel de helft van het personeel ontslaan en op zoek naar kleinere gebouwen, die het bovendien zal moeten delen met andere gebruikers, bijvoorbeeld een wijkcentrum of zelfs het gemeentehuis. Ook hoopt de bibliotheek te kunnen besparen door selfservice, zoals het scannen van geleende boeken door bezoekers.

Vele grotere steden bezuinigen eveneens fors. Rotterdam wil de 25 merendeels kleinere bibliotheekvestigingen vervangen door zes grotere. Dat betekent wel dat bewoners van deelgemeente Hoek van Holland naar bijvoorbeeld Maassluis moeten reizen. In Den Haag zullen zes van de achttien filialen sluiten om daarmee twee miljoen euro te bezuinigen. Het gaat om filialen die „naar verhouding minder bezoekers trekken en minder openingsuren hebben”. Ook in Eindhoven en Groningen zijn de bezuinigingen fors.

De Vereniging van Openbare Bibliotheken voert actie,
onder meer met een petitie op internet die inmiddels door bijna achttienduizend mensen is ondertekend. „Wij constateren dat de samenleving (vooral de jeugd) de dupe wordt als bibliotheekvestigingen sluiten. De ontwikkeling van Nederland komt daarmee in gevaar. Net als goed onderwijs is een goede bibliotheek in de buurt voor iedereen van belang!” aldus de petitie.

De bibliotheken vinden de bezuinigingen tragisch, omdat ze de afgelopen jaren juist uit een dal zijn gekomen. Tien jaar geleden hadden ze nog 4,3 miljoen leden en tot vier jaar geleden daalde dat aantal tot onder de vier miljoen. „Maar die langzaam dalende trend is gekeerd”, zegt woordvoerder Francien van Bohemen van de Vereniging van Openbare Bibliotheken.

Inmiddels is het aantal leden weer boven de vier miljoen. Er is veel energie gestoken in modernisering en efficiëntie. Zo heeft niet iedere gemeente nog z’n eigen bibliotheek. Er zijn 171 bibliotheekorganisaties, met duizend vestigingen, in soms wel tien of meer gemeenten. Al die gemeenten betalen mee aan die ene organisatie. Maar, zegt Francien van Bohemen, nu de ene gemeente bezuinigt, volgen andere gemeenten al snel onder het motto: waarom zouden wij betalen voor onze buren?

Maar het beroerdste is nog wel dat de bezuinigingen op gebouwen ingaan tegen een nieuwe trend: dat bibliotheken steeds meer fungeren als ontmoetingsplaatsen. Naar ‘de bieb’ gaan mensen steeds vaker om er mensen te ontmoeten, samen te werken achter een laptop, te leren en te studeren.

„Mensen komen er zeker nog wel om een stapeltje boeken te lenen. Maar bibliotheken zijn ook een plaats van reflectie en ontmoeting. Er zijn theatervoorstellingen, tentoonstellingen, er wordt zelfs gezamenlijk voetbalwedstrijden gekeken”, aldus Francien van Bohemen.

Als lichtend voorbeeld geldt het onderkomen van de Openbare bibliotheek Amsterdam aan het IJ. Sinds het gebouw drie jaar geleden werd geopend, is het aantal bezoekers verdubbeld tot 1,8 miljoen per jaar. „Mensen willen hier niet alleen boeken lenen. Ze willen hier langere tijd verblijven”, zegt directeur Hans van Velzen. Dat is goed mogelijk in het veelgeprezen gebouw met een groot restaurant, veel computers en een grote collectie. „Hier staan alle romans van Vestdijk.” Elke dag is de bibliotheek van tien tot tien open, met relatief weinig personeel want hier in Amsterdam is al veel self service door bezoekers.

Van Velzen denkt eventuele beperkte bezuinigingen door enkele stadsdelen op te kunnen vangen met een verhoging van de contributie en door nog efficiënter te werken. Drastische bezuinigingen blijven hem bespaard en dat is maar goed ook, vindt hij. „De bezuinigingen op Nederlandse bibliotheken slaan door. Natuurlijk is het verleidelijk om te bezuinigen op dure gebouwen, van instellingen waarvan de helft van de bezoekers, namelijk de jeugd, geen bijdrage levert aan de inkomsten. Maar bedenk wel dat wij er als een van de weinige instellingen in slagen om alle bevolkingsgroepen te binden. Een bibliotheek is in alle culturen een belangrijk goed. Turkse meisjes bijvoorbeeld mogen ons bezoeken. Bij hen thuis wordt een bibliotheek als iets goeds gezien.”

zaterdag 9 april 2011

Mooi artikel in NRC-boeken over sympathieke en geliefde auteur onder kinderen Jacques Vriens. Speciaal voor vriendin Margreet deze blogbijdrage wiens kleindochter met fragment uit "Achtste groepers huilen niet" (favoriete boek van de schrijver is te lezen) de Brabantse finale haalde in bibliotheek Nuenen van de voorleeswedstrijd. Heel veel succes Lotte volgende week in Goirle: op naar de landelijke finale?

In 35 jaar verkocht Jacques Vriens 3,5 miljoen kinderboeken en in maart werd de oud-schoolmeester 65. Het wordt gevierd met een ‘Vriensweek’. Met de armen in de lucht: „Eindelijk! Ik krijg een film!”
In de auto naar het station haalt hij een recensent aan die het betreurt dat het altijd weer goed afloopt in de boeken van Jacques Vriens. Ja, dat is zo, zegt Vriens achter het stuur van zijn gele Renault. „Ik blijf een schoolmeester en ben een beetje een moralist.. Als je een zwaar thema aansnijdt als de dood of oorlog, vind ik dat je een kind niet met de ellende kunt laten zitten. Jammer, denk ik dan, maar ik heb het lekker toch gedaan – die goede afloop.”

Jacques Vriens hoort al jaren bij de top vijf van best verkopende kinderboekauteurs. Sinds 1976 is hij kinderboekenschrijver, 70 boeken verschenen in de afgelopen 35 jaar, bij elkaar 3,5 miljoen exemplaren. Eind maart werd hij 65.

Reden voor een toernee langs boekhandels, had de uitgever bedacht. „Maar daar heb ik nooit zo’n zin in. Kindertjes mogen dan een boek komen kopen, ik zet een handtekening en dat is het dan.” Nee, veel leuker is een voorstelling geven. Op de fandag in Amersfoort deed hij het ook zo. „Ik speel toneel, ik zing een liedje en vertel hoe ik schrijver ben geworden.”

Het meeste plezier heeft hij als hij zijn twee liefdes kan combineren, schrijven en toneelspelen. Misschien is hij daarom zo in zijn nopjes met het laatste nieuws, namelijk dat zijn boek Achtste-groepers huilen niet wordt verfilmd. Karin van Holst Pellekaan heeft samen met hem het script geschreven en Dennis Bots doet de regie. „Eindelijk!”, hij steekt zijn armen in de lucht. Het is ijdelheid, geeft hij toe. „Paul [van Loon] had al een speelfilm, Carry [Slee] en Francien [Oomen] ook, waarom ik niet?” Dat juist Achtste-groepers huilen niet (1999, nu 19de druk) een familiefilm wordt, maakt het extra bijzonder. „Dit boek zit het dichtst op mijn huid.”

Het verhaal, over een meisje in het laatste schooljaar van de basisschool dat leukemie krijgt en overlijdt, is gebaseerd op het verhaal van een kind, Anke (in het boek Akkie), dat hij een aantal jaren in de klas had. In het opgeruimde werkkamertje van Vriens hangt een foto van hen beiden, zij met krullenbol, hij met een baard. „Het was een stoer en ontzettend grappig kind. Ze zei, toen ze al behoorlijk ziek was: ‘Ik ga op schoolkamp, ik doe de Cito-toets, ik ga gewoon naar de brugklas.’

„We hadden afgesproken dat ik een boek over haar zou schrijven als ze weer beter was. Bij de koffietafel van Ankes begrafenis herinnerde haar moeder mij aan die belofte. Maar ik werd er zo verdrietig was, ik raakte in een kramp.” Vijf keer begon hij opnieuw, „en dat is ongewoon voor mij”. Het lukte uiteindelijk door er geen ‘literatuur’ van te willen maken.

Doodgaan, echtscheiding, het zit allemaal in zijn werk, zegt Vriens. „Als meester heb je in je klas kinderen van gescheiden ouders. Maar ik zeg ook in mijn voorstellingen op school: ik was net als jullie. Ook mijn ouders scheidden toen ik nog op school zat. Mijn vader was weggegaan, ik schaamde me kapot en verzon smoesjes om het niet te hoeven vertellen. Tot op zeker moment een klasgenoot zei: ‘volgens mij zit jouw vader in de gevangenis’.

„Een kind wil niet kiezen, daar heb ik een liedje over gemaakt: ‘Ik zou mezelf het liefst doormidden willen snijden, maar daar wordt een scheiding wel heel bloederig van.’ ’’

Bijna alle verhalen van Vriens spelen zich in de klas af. Op zijn site en op toernee presenteert ‘alias meester Jaap’ zich als ‘35 jaar meesterverteller’. „Nu zijn boeken die zich op school afspelen gangbaar, destijds niet. Het leek wel of de kinderen altijd vakantie hadden. Ik had een gat in de markt te pakken. Misschien komt het omdat scholen ook toegankelijker zijn geworden, ouders lopen makkelijker een klas binnen.”

Vaarwel
Vriens schreef eerst boeken naast zijn baan als onderwijzer op een kleine lagere school. Begin jaren negentig was hij zo succesvol dat hij de school vaarwel zei. Niet alleen kon hij nu van het schrijven leven, ook wilde hij niet ‘zo’n manager in een hokje’ worden. Maar op scholen blijft hij komen. „Als ik een klaslokaal binnenkom, heb ik nog steeds het gevoel dat ik thuiskom.” En hij maakt zich druk om het onderwijs, waarbij hij ook buiten zijn kinderboekvorm stapt. In Is de klas nog wel zo gelukkig? – van Theo Thijssen tot Meester Jaap, een visie op het basisonderwijs (2007) beschrijft hij mild zijn ergernissen over onderwijsontwikkelingen. ‘Verrommeling van ons onderwijs’ dat tot zijn schaamte vooral is veroorzaakt door PvdA-ministers en staatssecretarissen. ‘Ik heb in de jaren negentig vaak op het punt gestaan om mijn lidmaatschap van de PvdA op te zeggen, maar dan dacht ik weer aan het enthousiasme van Van Kemenade en natuurlijk van Joop den Uyl. Wat mocht ik die mensen graag om hun gedrevenheid en hun integriteit. En dan scheurde ik mijn opzeggingsbriefje maar weer stuk’, schrijft hij.

De verontwaardiging van Vriens blijft, al mogen de veranderingen die minister Van Bijsterveldt (Onderwijs, CDA) een ‘verbetering’ heten. „De pabo, die leraren moet opleiden voor de basisschool, is gewoon een slechte opleiding, zolang de studenten maar tien tot twaalf contacturen hebben, in plaats van het dubbele. Er moet kennis worden overgedragen!”

Hij blijft een schoolmeester, hij heeft een missie. Kinderen aan het lezen krijgen is belangrijker dan gestileerd schrijven. „Nu er drie oude boeken van me in een goedkope editie opnieuw uitkomen, hoop ik dat ouders die normaal nooit een boek kopen, dat nu wel zullen doen.”

Maar lezers van nu zijn ongeduldiger. Dat An Rutgers van der Loeff nauwelijks nog wordt gelezen kan hij nog enigszins begrijpen. Maar zelfs zijn held Paul Biegel kennen ze niet, zegt hij ontzet. Hoe dat komt? Marketing, oppert hij. „Schrijvers worden in de markt gezet. Kijk ook naar mij, met mijn tournee.” Zelf is hij in de loop van de 35 jaar anders gaan schrijven. Juist om de snel afgeleide lezertjes van nu op tijd te vangen. „Er is nu zoveel concurrentie, ik hoef het niet eens op te noemen, de computers, games, smartphones. Je moet meer moeite doen om ze aan het lezen te krijgen. Je kunt het je niet langer permitteren om langzaam te beginnen.

„Wat me verbaast is dat Die rotschool met die fijne klas (1976) nog zo graag wordt gelezen. Het begint nogal traag, met een beschrijving op een veld, en – als ik het nu nalees – een wirwar aan namen in het eerste deel. In 1976 dachten kinderen kennelijk: ik lees nog wel even door. Bij het schrijven van een nieuw boek probeer ik altijd de kinderen er meteen bij te slepen. Het moet ergens over gaan, het moet verrassen, maar ik vind het ook gewoon fijn als de kinderen gaan lezen. Het is wel jammer als ze het boek al na tien bladzijdes wegleggen.”

Als leraar maakte hij wel eens de fout om een moeilijk lezend kind de opdracht te geven om thuis een hoofdstukje zelf te lezen. „Iets vragen te doen dat dat kind al haatte – moet je voorstellen. Je kunt beter, merkte ik later, kinderen die niet van lezen houden, vóórlezen. En dan om en om een bladzijde lezen.”

Oorkonde
De boekenseries over Hotel Korenwolf en Meester Jaap zouden ‘te Nederlands’ zijn om te vertalen, beweerden vaak buitenlandse uitgevers. Toch is Jacques Vriens in al zijn Nederlandse-leraarheid, nu een bescheiden hit in Letland. Hij is net terug, met een oorkonde. In 2009 kwam Skolotajs Japs van ‘ZZaks Frinss’ uit, dat vorige maand een prijs kreeg. Het boek wordt als hoorspel uitgezonden op de Letse radio en het Nationaal Toneelgezelschap van Riga heeft er een voorstelling van gemaakt. Hij is zelf ook verbaasd door het Letse succes. „Maar misschien is het logisch. Eigenlijk stellen de Letse kinderen dezelfde vragen als Nederlandse. Grappig, want het Letse onderwijs is vergeleken met hier zeer zeer behoudend.”

En dan is hij nu 65 jaar en ontvangt sinds één maand AOW. „Vijfenzestig jaar betekent niets”, zegt hij. „Ik heb zoveel plannen, het combineren van schrijven en toneelspelen geeft me plezier. Het schrijven van mijn historische boeken – Oorlogsgeheimen, Drie torens diep, Weg uit de Peel – is me goed bevallen. Dat is een andere tak van sport, je moet onderzoek doen. Voor eerdere historische boeken kon ik mensen uit het dorp interviewen, ex-mijnwerkers. Ik heb met Peelwerkers of hun kinderen gesproken. Ik ga nu iets doen over de Middeleeuwen – dat wordt lastig.”

Blogarchief