woensdag 9 maart 2011

Jongeren en sociale media: 6,5 uur per dag online. Het complete artikel is te lezen in NRC Handelsblad van 9 maart

Jongeren schrijven zelf overmediagebruik in rubriek Jong vanaf deze week elke woensdag op de mediapagina ‘Digital natives'worden ze genoemd:mensen die geboren zijn met internet.
Vanaf vandaag schrijven vier jongeren elke woensdag over mediagebruik van
zichzelf en dat van leeftijdgenoten. Ze stellen zichzelf voor.
Jongeren 6,5 uur per dag bezig met media Door een onzer redacteuren
Rotterdam, 9 maart.
Jongeren tussen dertien en zestien jaar zijn grootgebruikers van sociale media. Met stip. Per dag besteden zij gemiddeld 62 minuten aan bijvoorbeeld
MSN, Hyves en Twitter. Dat is veel meer dan kinderen tussen tien en twaalf – die kunnen toe met 21 minuten per dag. Bij jongeren tussen
zeventien en negentien neemt het gebruik van sociale media weer af tot 29 minuten, ten gunste van emailen. De cijfers zijn afkomstig uit het in
2010 verschenen onderzoek ‘Alles over tijd’ van SPOT, een kenniscentrum
voor televisiereclame. Iedere twee jaar onderzoeken zij hoeveel
tijd Nederlanders besteden aan mediagebruik.
Het mediagedrag van jongeren tussen dertien en zestien is in meerdere opzichten opvallend: behalve hun obsessie met sociale media bellen en sms’en ze ook meer dan jongeren in andere leeftijdsgroepen. Ze luisteren meer naar de radio, spelen vaker games en besteden opmerkelijk genoeg ook relatief veel tijd aan het lezen van boeken. Hun totale
mediagebruik ligt op 388 minuten,
oftewel bijna zeseneenhalf uur per dag.
Jongeren in deze leeftijdsgroep hebben een „sterke behoefte aan
verbondenheid”, zo denken de onderzoekers.„Sociale media vullen
die behoefte in.” Vanaf zeventien jaar hebben jongeren meer behoefte
aan ‘live’ contact: uitgaan gaat dan een belangrijke rol spelen.
Internet vormt een onderdeel van jeugdcultuur, zo staat in een vorige
week verschenen rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau
(SCP). Volwassenen houden zij graag op enige afstand. De onderzoekers
keken onder meer of culturele instellingen meer jongeren kunnen bereiken door digitaal contact te leggen. Daar blijken zij niet van gediend. „De meeste mensen hebben Hyves voor vrienden en ze willen aandacht”, zegt Sema uit 3 vmbo. „Wat voor bericht of comment ga je naar een Hyve van een
museum schrijven?”

Jongeren tussen dertien en zestien besteden dus relatief veel tijd aan het lezen van boeken. Dat merken we in de bibliotheek ook: deze leeftijdscategorie is nog sterk vertegenwoordigd. Af en toe wegdromen met een boek.

Gelezen in NRC Handelsblad 7 maart: Nicholas Carr :"Internetten maakt de mensen dommer" Maar relativeert het ook meteen weer. Lees het volledige artikel door op deze titel te klikken

'Internetten maakt de mensen dommer'
Schrijver Nicholas Carr over de intellectuele en emotionele nadelen van het constant online zijn
Door Peter Teffer


Internetten vreet aan de bedachtzaamheid, schrijft Nicholas Carr in Het ondiepe. Hij weet hoe moeilijk het is er vanaf te blijven. De nadruk komt te liggen op utilitair gebruik van het verstand.
Nicholas Carr weet hoe moeilijk het is om te minderen met internet. E-mail, nieuws, Facebook, ze werken verslavend. Carr beseft daarentegen als geen ander dat zijn online gedrag een negatief effect heeft op zijn hersenen. De Amerikaanse auteur heeft moeite zich lange periodes achtereen te concentreren. Ik doe mijn best meer boeken te lezen, maar ik voel nog steeds de drang om te kijken wat er op het web gebeurt, vertelde Carr in een gesprek in Rotterdam. Hij was vorige week in Nederland wegens de vertaling van zijn boek The Shallows - in het Nederlands verschenen als Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan met het internet. In dat boek beargumenteert hij dat de vele afleidingen die internet biedt, ons vermogen om diep na te denken aantasten. Door constant te worden afgeleid door nieuwe berichten op Twitter en Facebook, te klikken op links en verdwaald te raken op het web, went het brein aan oppervlakkigheid.

Misschien zijn we straks beter in het scannen van artikelen en informatie opzoeken op internet, en minder goed in wat u noemt 'diep lezen'. Is dat erg?

Het soort aandachtige denken dat tot uiting komt door diep lezen is voor mij de meest verfijnde manier van denken. Natuurlijk is het een belangrijke vaardigheid dat we ook teksten vluchtig kunnen doornemen en scannen. Maar als dat het enige is wat we nog doen, als we het vermogen om ons te concentreren kwijtraken, verliezen we de fundering voor een intellectueel leven.

Er zijn aanwijzingen dat de verwarde manier van denken die gepaard gaat met internet het vermogen om zelf na te denken in de weg staat. Verdiept zijn in een enkele gedachtengang heeft iets wat je lijkt te bevrijden van traditionele inzichten. Die manier van denken ligt ten grondslag aan veel culturele en sociale doorbraken, of dat nu in de wetenschap, kunst of politiek is.

Als de ontwikkelingen zich voortzetten, hoe zal de intellectuele wereld er dan uitzien in bijvoorbeeld 2070, wanneer de meesten zijn geboren in het internettijdperk?

Ik denk dat ons ideaal van wat een rijk intellectueel leven is dramatisch zal zijn veranderd. De nadruk zal liggen op een zeer utilitair gebruik van het verstand: het oplossen van goed gedefinieerde problemen, het vinden van informatie. Dingen waar computers en internet goed in zijn. Beschouwend, meditatief denken zonder specifiek doel zal nog wel bestaan, maar naar de periferie van de samenleving zijn geschoven. Misschien dat nog maar een kleine groep mensen, zoals vroeger monniken, zich daarmee bezighoudt.

Maar zullen we rouwig zijn over het verlies van het 'bedachtzame denken'?

Als er iets is wat de geschiedenis van technologieën ons vertelt, dan is het dat we ons heel gemakkelijk aanpassen. Technologie herdefinieert constant hoe we onze levens beoordelen. Oude methodes worden als overbodig gezien, omdat we ze overbodig hebben gemaakt. Niet alles wat we hebben weggegooid, verdiende dat ook. Omdat we ook zoveel positieve gevolgen van het weggooien hebben, verliezen we uit het oog wat we kwijt zijn geraakt.

Denkt u dat de mensheid in 2070 op uw zorgen terugkijkt zoals we nu terugkijken op Socrates, met zijn zorgen over het alfabet?

Lachend: Ik wil mezelf zeker niet in dezelfde categorie plaatsen als Socrates. Maar inderdaad, uiteindelijk zeggen we tegen elkaar: 'ach, wat hadden ze het toch mis. Wat waren die mensen in het verleden die diep lezen zo belangrijk vonden toch onnozel'. En Socrates' wantrouwen tegenover het schrift komt ons nu zo dwaas over, dat het gemakkelijk te verwerpen is. Maar hij had op sommige punten vrijwel zeker gelijk. Bepaalde capaciteiten, zoals geheugenvaardigheden, móéten verloren zijn gegaan toen we van een mondelinge naar een schriftelijke cultuur gingen.

U adviseert om momenten in de dag in te lassen waarop je niet online bent.

Ja, maar ik besef ook dat dat gemakkelijk is om te zeggen, maar niet om te doen. Internet is vervlochten met allerlei aspecten van de samenleving en door het mobiele internet is het altijd bij je. Er zijn wel aanwijzingen dat sommige mensen minder afgeleid willen worden. Programmaatjes als Freedom en Anti-Social zorgen dat je een bepaalde tijd niet kunt internetten of inloggen op Facebook. Het is een beetje droevig dat we software nodig hebben om ons te helpen bij ons concentratieprobleem. De vraag is, groeit dit uit tot een beweging die zegt: we willen minder afleidingen? Ik heb mijn bedenkingen.

Info: Nicholas Carr: Het ondiepe. Hoe onze hersenen omgaan met het internet.

Heel herkenbaar allemaal. Ook ik ben vaak niet van het internet "af te slaan". En dat het mijn concentratievermogen aantast is duidelijk: ik krijg steeds meer moeite om me te concentreren op een boek of lange teksten. Dus ga ik het advies ter harte nemen (denk ik nu

Blogarchief