maandag 20 juni 2011

Auteurs (waarschuwend artikel via de website van Renate Dorrestein) over eBooks. Ook in het FD verscheen

E-books: zeven schoten voor de boeg

De komst van het e-book is het begin van een revolutie in het boekenvak. Op dit moment stelt het allemaal nog weinig voor: nog geen half procent van de totale boekenverkoop. Maar het kan de komende jaren snel gaan, zeker als de prijzen van de e-readers zullen dalen en de kwaliteit verder zal verbeteren. Denk maar aan wat er tien jaar geleden aan notebooks en mobiele telefoons op de markt was, en waaraan we nu gewend zijn. Het is een verschil van dag en nacht.

Wij, als auteurs, verheugen ons op zo’n doorbraak van het e-book. Het medium zal, omdat de productierisico’s veel lager zijn dan bij een papieren boek, ongekende mogelijkheden bieden om minder bekend werk en minder populaire schrijvers voor het voetlicht te brengen. Goede boeken met een lage oplage kunnen voortaan probleemloos een eigen publiek vinden. Kleine uitgeverijen kunnen, zonder de ballast van grote investeringen en ingewikkelde distributiesystemen, opnieuw floreren. Al die schitterende boeken uit het verleden die vergeten dreigden te worden omdat een herdruk commercieel niet verantwoord was, de zogenaamde backlists, krijgen via e-books een nieuw leven. En dat alles kan bovendien veel goedkoper worden geproduceerd dan voorheen.

De auteur is de bron
Men zou verwachten dat al die voordelen snel merkbaar zouden zijn, zowel voor lezers als schrijvers. Het tegendeel is het geval. Met de opkomst van het e-book vindt namelijk, zoals dat gaat bij revoluties, ook een herschikking plaats van de krachtenvelden rondom het boekenvak. Sommigen grijpen hun kans en veroveren in rap tempo grote delen van de nieuwe elektronische markt. Veel andere ondernemers in het boekenvak, waaronder nogal wat uitgevers, staan als verlamd te kijken, als 19e eeuwse beurtschippers die de eerste stoomtrein door de polder zien tuffen. Hoewel iedereen deze ontwikkeling al jaren geleden zag aankomen — bij de opstelling van het modelcontract tussen auteurs en uitgevers in 2005 werd er al volop rekening mee gehouden — werd slechts door een enkeling nagedacht over creatieve oplossingen om de leescultuur in Nederland te behouden en te bevorderen. Elk bastion organiseerde zijn eigen verdediging en wachtte af.

Die patstelling moet worden doorbroken. Voor ons, auteurs, staan grote belangen op het spel. Wat er ook gebeurt, welke strijd er ook wordt gestreden, welke positie ook wordt verdedigd, om de auteur en zijn werk draait het. Zonder het werk van auteurs is er geen uitgever, geen distributiecentrum, geen boekhandel.

Boekenvak moet veranderen
Hoe vinden auteurs een lezerspubliek? En hoe kunnen ze tegelijkertijd hun brood verdienen en enige financiële ruimte verwerven om nieuw werk te produceren? Voor het oplossen van die twee vraagstukken heeft zich sinds de uitvinding van de boekdrukkunst een enorme bedrijfstak ontwikkeld, variërend van drukkerijen, uitgeverijen, binderijen en distributiecentra tot boekhandelaren in alle soorten en maten. Wij, als auteurs, hebben veel aan die sector te danken. Dat geldt ook voor onze lezers. Dat alleen al schept grote morele verplichtingen. Bovendien is en blijft de traditionele boekenbranche ook in economisch opzicht voor ons van groot belang. Het overgrote deel van het inkomen van auteurs komt nog altijd via het papieren boek binnen, en voorlopig zal dat zeker zo blijven.

Door de komst van het e-book is echter, na eeuwen, een volstrekt nieuwe situatie ontstaan. Er heeft zich opeens een tweede lijn geopend om onze lezers te bereiken. Daarbij kan een groot deel van de traditionele boekensector worden omzeild. Uitgevers zullen altijd onmisbaar blijven als raadgevers, coaches, redacteuren, mede-financiers en mede-verkopers, om maar te zwijgen van hun rol als zogenaamde ‘poortwachters’, degenen die het kaf van het koren scheiden. Maar al die drukkers, binders, en distributeurs van het papieren boek, ze zijn voor de productie en distributie van een e-book niet meer nodig. Dat geldt tot op grote hoogte ook voor de boekhandel. Dat maakt alles anders.

Voordelen e-book komen nu schrijver noch lezer ten goede
Een paar concrete cijfers. Van de opbrengst van een papieren boek gaat zo’n 10 tot 15 procent naar de auteur, zo’n 25 procent is voor de uitgever en 10 tot 15 procent wordt besteed aan papier en drukkosten. Het leeuwendeel, maar liefst 40 tot 50 procent, is voor de boekhandel. Ook voor het e-book moeten kosten worden gemaakt - opmaak, websites, beveiliging, allerlei soorten PR - en die moeten niet worden onderschat. Toch wegen die lang niet op tegen de enorme kosten - meer dan de helft van de verkoopprijs - die vanouds nodig waren voor de druk en distributie van het papieren boek. In theorie zouden e-books daarom voor de lezers veel goedkoper kunnen zijn, terwijl ze voor de auteurs meer zouden kunnen opbrengen. Toch is daarvan weinig of niets te merken. In Nederland wordt op dit moment door de uitgevers bij e-books een royaltypercentage voorgesteld van 15 - 20 %, en wel van de netto-opbrengst. In de praktijk is dat nog minder dan bij papieren boeken. In het buitenland gelden doorgaans percentages van 25 tot 30 procent.

Nog vreemder is dat een paar boekhandelsketens en distributieconcerns van papieren boeken zich met veel verve op het e-book hebben gestort, terwijl ze daar in essentie weinig of niets te zoeken hebben. Hun kerntaak bestaat immers uit opslag, verkoop en transport van fysieke boeken, terwijl voor de distributie van e-books niets daarvan nodig is. Deze wakkere ondernemers springen echter in de ruimte die veel uitgevers en andere beurtschippers met hun talmen hebben doen ontstaan.

Een groot deel van de extra financiële baten van de e-books komt zo toch weer bij deze concerns terecht, en nogal wat uitgevers hebben zich, via allerlei ondoorzichtige afspraken, daaraan gecommitteerd. De fooi die nu voor de auteurs overblijft is, in verhouding tot de percentages die sommige boekenconcerns opstrijken, voor ons dan ook volstrekt onacceptabel. Er zijn vanuit auteurs zelf initiatieven gaande om de distributie in eigen hand te nemen. Ook dat is een van de, tot voor kort ongekende, mogelijkheden die de digitalisering biedt. Wij volgen die experimenten met grote belangstelling. Voorlopig prefereren we, ook bij e-books, een exploitatie door onze uitgevers, gecombineerd met andere nieuwe vormen van samenwerking. Wij willen daar enthousiast aan deelnemen. Maar schrijvers en lezers, de basis van het hele gebouw, mogen daarbij geen sluitpost zijn.

E-book zelfde bescherming als het papieren boek
We hebben nog een paar problemen met het e-book. In Nederland kennen we een Wet op de Vaste Boekenprijs. Daarmee wordt voorkomen dat boeken naar willekeur tegen afbraakprijzen worden verkocht. De kleinere boekhandel wordt daardoor beschermd, het boekenaanbod blijft gevarieerd. Die regel geldt niet voor e-books. Daarmee kan dus door grote boekverkopers en andere concerns naar hartelust worden gestunt. Met alle negatieve gevolgen voor de gewone boekhandel en de doorsnee auteur.

Belangrijker nog is het gevaar van piraterij. De muziekwereld is daardoor in grote problemen gekomen, in het boekenvak keek men te lang toe. Ook dat tekent de passiviteit. De tekstbestanden van boeken zijn immers net zo goed kwetsbaar voor allerlei vormen van piraterij. Dat gevaar wordt aanmerkelijk vergroot door de massale introductie van e-books. Bij oude titels is dat niet zo’n ramp, bij pas verschenen boeken wel. De meeste auteurs, bij wie het doorgaans toch al geen vetpot is, moeten het daarvan hebben.

Na soms jaren in een boek te hebben geïnvesteerd, kan zo’n verlies aan royalties een zware aderlating betekenen. Trouwens, waarom zou je een e-book kopen of kapen als je het vrijwel gratis, op elk moment dat je wilt, tijdelijk kunt downloaden van een bibliotheek? Ook rond het ‘lenen’ van e-books bestaat echter nog geen duidelijke regeling. Je kunt van niemand vragen zijn portemonnee open en bloot op de stoep neer te leggen. Ook niet van auteurs.

Er is één troost: een fenomeen als iTunes toont aan dat nog altijd een substantieel deel van het publiek - en lezers zijn over het algemeen nette mensen - bereid is om keurig te betalen voor een download. Alleen moet de prijs daarbij nooit te hoog worden. E-book prijzen van 20 euro en meer maken ook voor het lezerspubliek de verleiding wel heel groot om de weg in te slaan naar het illegale circuit.

Voordat we ons werk in de vorm van e-books op de markt brengen, moet er dus een aantal zaken geregeld worden. Rond het papieren boek bestaan al sinds jaar en dag een paar beschermingsconstructies. Er is geen enkele reden om die aan het e-book te onthouden. Het gaat bij dit alles immers om de inhoud, en niet om de drager.

We steunen daarom de boekhandel in het streven om de e-books op te nemen in de regelingen rond de vaste boekenprijs. Datzelfde geldt voor het BTW-tarief op e-books: dat is 19 %, tegen 6 % op papieren boeken. De prijs van e-books wordt daardoor nodeloos omhoog geduwd, terwijl een lage prijsstelling juist veel kan bijdragen aan de bescherming van het e-book.

De uitgevers verzoeken we dringend om veel meer aandacht te besteden aan de coördinatie en de effectiviteit van piraterij-bestrijding. Ook het prijsbeleid dient daarmee meer rekening te houden dan nu het geval is.

Wat onszelf betreft: met de gebrekkige staat van de huidige beveiligingstechniek achten we de exploitatie van nieuwe boeken in de vorm van e-books niet of nauwelijks verantwoord. We zullen daarin, helaas, voorlopig zeer terughoudend in moeten zijn. E-books zijn voor ons vooralsnog een vorm van vervolgexploitatie, net zoals pockets of zogenaamde midprice-edities. E-reader bezitters hoeven echter niet te treuren, want op andere terreinen openen zich ongekende perspectieven.

E-book is goed voor de backlist
Er zijn nu dus twee lijnen waarlangs onze teksten de lezer bereiken: de traditionele en de digitale. Voor ons, auteurs, is het van belang dat beide lijnen zo goed mogelijk worden geëxploiteerd. Daarnaast hebben we, net als onze lezers, jegens de boekhandel een grote morele verplichting. Zonder de tomeloze inzet van al degenen die daar werken zou Nederland, wat boeken betreft, allang een oorlogszone zijn geweest. Het tegendeel is het geval. Ook economisch liggen daar voor ons grote belangen. Tegen elke prijs moet dus worden voorkomen dat de digitale lijn de papieren lijn zo snel verzwakt, dat het voortbestaan van steeds meer boekhandels in gevaar komt.

Het e-book biedt tegelijkertijd een onvoorstelbare uitbreiding van het huidige aanbod. De vergeten schatkamers van alle uitgeverijen kunnen zich eindelijk openen, vergeten werken, onderschatte auteurs, wat men maar wil, het kan met relatief weinig moeite en risico weer tot leven worden gebracht. Alleen moeten al die zogeheten backlists ook werkelijk door onze uitgevers worden geëxploiteerd. En daarmee zouden ze toch echt wel eens tempo moeten maken.

Uitgeverijen zijn te passief
Wij schrijven, dat is ons werk en ons bestaan. De exploitatie van die teksten hebben we aan onze uitgevers overgedragen. Maar dat moet dan wel gebeuren, met visie en initiatief. En daaraan ontbreekt het, uitzonderingen daargelaten, ten aanzien van de e-books maar al te vaak. Nog steeds. Er komt nu een golf aanrollen waarop de bedrijfstak zich niet goed en tijdig heeft voorbereid. Met alle gevolgen van dien.

Wij roepen onze uitgevers op om eindelijk eens echt wakker te worden. Om zowel rond de distributie en beveiliging als bij de exploitatie van de backlists op korte termijn nieuwe initiatieven te nemen en nieuwe samenwerkingsvormen te zoeken om bijvoorbeeld een gezamenlijk verkoopkanaal op te zetten voor e-books. Dat laatste zal veel vergen van hun vermogen het korte termijnbelang op te geven voor een visie op lange termijn. Ze kunnen te rade gaan bij hun collega’s van de wetenschappelijke uitgeverijen, die al eerder bijna aan de digitale revolutie ten ondergingen, maar gelukkig tijdig tot samenwerking kwamen.

Wij doen daarbij een voorstel tot een overgangsperiode. Lang kan die vermoedelijk niet duren. Maar we winnen daarmee de tijd die broodnodig is voor de uitgeverijen en de boekhandel om zich voor te bereiden op de toekomst, kosten door te lichten en nieuwe initiatieven op te zetten en uit te proberen. Het voorstel is uitermate simpel: in deze overgangsperiode zullen nieuwe titels in principe pas een jaar na verschijning als e-book worden uitgebracht, tenzij auteur en uitgever anders overeenkomen. Daarna kan het boek dan direct, net als bij voorbeeld bij de boekenclub, goedkoop worden aangeboden als e-book. Voor de e-book lezer worden, tegelijkertijd, voor dezelfde lage prijzen de backlists van alle uitgeverijen zo snel mogelijk opengesteld.

De voordelen zijn evident:

De traditionele boekhandel wordt beschermd: papieren uitgaven krijgen een voorsprong op de e-books.
Voor auteurs blijft een redelijke inkomstenbron gegarandeerd: in de praktijk brengen vrijwel alle boeken het meeste op in het eerste jaar. Het risico op piraten-edities blijft in deze fase van exploitatie klein.
E-books blijven goedkoop: de kans op piraterij wordt daarmee nog meer verkleind, de e-booklezer went niet aan illegale circuits.
De bezitters van e-readers kunnen putten uit een ongekende digitale boekenschat. Schrijvers kunnen experimenteren met nieuwe vormen.
De lezers kunnen blijven rekenen op het gevarieerde aanbod van de goede boekhandel, en kunnen tegelijk hun mogelijkheden naar alle kanten uitbreiden via het e-book.
Wij, schrijvers, willen lezers bereiken. Lezers zoeken schrijvers. We hebben een lange weg afgelegd van de verhalenverteller op de markt naar de auteur die in de eenzaamheid van zijn werkkamer contact kan leggen met een miljoenenpubliek. De industrie die bemiddelt tussen schrijver en lezer is een complex, negentiende-eeuws bouwwerk geworden met veel gangen en trappen en vergaderzalen. Het is mooi, maar het heeft zijn beste tijd gehad. Voor het instort moeten we een nieuw huis bouwen. En daar moeten we snel mee beginnen.

Aan dit artikel werkten mee: Abdelkader Benali, Bernlef, Jan Brokken, Adriaan van Dis, Renate Dorrestein, Anna Enquist, Judith Koelemeijer, Geert Mak, Nelleke Noordervliet, Simone van der Vlugt, Frank Westerman, Tommy Wieringa, Joost Zwagerman, Annejet van der Zijl.

Dit artikel verscheen 25 juni 2010 in het Financieele Dagblad. Download het artikel hier.

Blogarchief